Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. haven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for havenen from Dutch to French

haven:

haven [de ~] nomen, plural

  1. de haven (toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; )
    l'havre; le port de refuge; l'asile; le refuge; le recoin; le sanctuaire; l'abri; la cachette; le lieu de refuge

Translation Matrix for haven:

NounRelated TranslationsOther Translations
abri asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats abri; accommodatie; afdak; asiel; behuizing; beschutsel; beschutting; hoek; hospitium; huisvesting; kwartier; luifel; onderbrenging; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; rustpunt; schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; tehuis; toevlucht; toevluchtsoord; tramhuisje; verblijfplaats; wachthuisje; wijkplaats
asile asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats asiel; hoek; hospitium; huisvesting; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; schuilhoek; schuilplaats; steun; steunpilaar; toeverlaat; toevluchtshaven; vluchtelingenkamp; vrijplaats; wijkplaats
cachette asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats hoek; hoekje; schuilhoek; schuilhoekje; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; sluiphoek; stek; toevlucht; toevluchtsoord; vrijplaats; wijkplaats
havre asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats havenplaats; havenstad
lieu de refuge asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats asiel; steun; steunpilaar; toeverlaat; vluchtelingenkamp; vrijplaats
port de refuge asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats steun; steunpilaar; toeverlaat
recoin asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats buitenplaats
refuge asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats abri; asiel; hoek; hol; hol van een dier; hospitium; huisvesting; leger; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; rustpunt; schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; vluchtheuvel; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats
sanctuaire asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats gewijde plek; heiligdom; tabernakel; tempel

Related Words for "haven":

  • havenen, havens, haventje, haventjes, have

Wiktionary Translations for haven:

haven
noun
  1. natuurlijke of aangelegde aanlegplaats voor schepen.
haven
noun
  1. Port pour bateaux

Cross Translation:
FromToVia
haven quai; port harbour — for ships
haven havre; port haven — harbour
haven port port — dock or harbour
haven port; havre Hafen — Ort zum natürlichen oder künstlich geschützten Anlegen von Schiffen (sowie übertragen auf andere Fahrzeuge), mit Anlagen zum Löschen, Laden, Reinigen und Ausbessern, an offener See oder an Flussläufen


Wiktionary Translations for havenen:

havenen
Cross Translation:
FromToVia
havenen abîmer; esquinter; endommager ramponierenstark beschädigen