Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. monnik:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for monnik from Dutch to French

monnik:

monnik [de ~ (m)] nomen

  1. de monnik (kloosterling; frater; broeder)
    le moine; le frère; le confrère; le religieux; la moniale; la cénobite; la couventine

Translation Matrix for monnik:

NounRelated TranslationsOther Translations
confrère broeder; frater; kloosterling; monnik ambtgenoot; broeder; broer; collega; confrater; gildenbroeder; kunstbroeder; lekenbroeder; vakgenoot
couventine broeder; frater; kloosterling; monnik kloosterlinge; kloosterzuster; non
cénobite broeder; frater; kloosterling; monnik
frère broeder; frater; kloosterling; monnik broeder; broeder-onderwijzer; broer; frater; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder
moine broeder; frater; kloosterling; monnik
moniale broeder; frater; kloosterling; monnik kloosterlinge; kloosterzuster; non
religieux broeder; frater; kloosterling; monnik broeder-onderwijzer; broeders; broers; frater; godsdienstige; godvruchtige; kloosterbroeders; kloosterlingen; vrome
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
frère proces of knooppunt op hetzelfde niveau
ModifierRelated TranslationsOther Translations
religieux devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvrezend; godvruchtig; goedgelovig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom

Related Words for "monnik":

  • monniken

Wiktionary Translations for monnik:

monnik
noun
  1. een man die uit religieuze overwegingen teruggetrokken leeft, voornamelijk in een klooster
monnik
noun
  1. Religieux

Cross Translation:
FromToVia
monnik moine monk — male member of monastic order