Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: stokje

Dutch and French Search Results for: stokje

Summary

Dutch to French: more detail...

stokje:
- bâtonnet; baguette
stok:
- bâton; barreau; barre; lingot; rayon; tringle; rai
Wiktionary:
- stokje → baguette, bâtonnet
- stok → barre, bâton, canne, piquet
- stok → canne, bastonnade, perchoir, bâton

Dutch

Detailed Translations for stokje from Dutch to French

stokje:

stokje [de ~ (m)] nomen

de stokje
le bâtonnet; la baguette
- bâtonnet [le ~] nomen
- baguette [la ~] nomen

Translation Matrix for stokje:

Noun	Related Translations	Other Translations
baguette	stokje	bâton; dirigeerstaf; duimstok; maatstaf; maatstok; stokbrood; tuchtroede
bâtonnet	stokje	cocktailprikker; soepblokje; soeptablet; staafje

Related Words for "stokje":

stokjes, stok

Wiktionary Translations for stokje:

stokje

noun

Petit bâton mince, plus ou moins long et flexible.
- baguette → gard; stokje; roede; spitsroede
Sorte de petit bâton tailler en pointe par les deux bouts et qui sert à un jeu d’enfants.
- bâtonnet → staafje; stokje

stokje form of stok:

stok [de ~ (m)] nomen

de stok (staaf; baton; stang; staf)
le bâton; le barreau; la barre; le lingot; le rayon; la tringle; le rai
- bâton [le ~] nomen
- barreau [le ~] nomen
- barre [la ~] nomen
- lingot [le ~] nomen
- rayon [le ~] nomen
- tringle [la ~] nomen
- rai [le ~] nomen

Translation Matrix for stok:

Noun	Related Translations	Other Translations
barre	baton; staaf; staf; stang; stok	balie; balkonhek; balustrade; chocolade; chocoladereep; gelid; gerecht; gerechtshof; getuigenbank; hof; lijn; linie; pastille; plak; rechtbank; reep; reep chocolade; rij; schreef; staaf; streep; tablet; tribunaal
barreau	baton; staaf; staf; stang; stok	spijl; stijl; tralie
bâton	baton; staaf; staf; stang; stok	bâton; dirigeerstaf; duimstok; maatstaf; maatstok; pastille; plak; reep; reep chocolade; reepje; staaf; staak; tablet
lingot	baton; staaf; staf; stang; stok	blok
rai	baton; staaf; staf; stang; stok	spaak
rayon	baton; staaf; staf; stang; stok	afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; bestuursregio; boekenplank; component; deel; departement; detachement; divisie; element; erf; fractie; grondgebied; ingrediënt; legbord; onderdeel; plank; radiatie; radius; rek; schap; sectie; spaak; spaak van een fietswiel; sprankeltje; straal; straalbundel; stralenbundel; straling; stuk; tak; terrein; territorium; uitstraling; vakgroep; vonkje; wielspaak
tringle	baton; staaf; staf; stang; stok	traproede

Related Words for "stok":

stokken, stoken, stokje

Related Definitions for "stok":

lang, dun, rond stuk hout¹
- hij sloeg de hond met een stok¹

Wiktionary Translations for stok:

stok

noun

langwerpig voorwerp om te stoten, slaan, aanraken, aangeven (van toon), steken, te likken of te prikken
- stok → barre

stok

noun

Morceau de bois assez long
- bâton → baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang; staf; stok
Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
- canne → hengel; staf; stok
Pieu
- piquet → piketpaal; stok; wapenbalk

Cross Translation:

From	To	Via
• stok	→ canne	↔ cane — a short wooden or bamboo rod or stick used for corporal punishment
• stok	→ bastonnade	↔ cane — the cane: corporal punishment consisting of a beating with a cane
• stok	→ perchoir	↔ perch — rod used by bird
• stok	→ bâton	↔ stick — long piece of wood
• stok	→ canne	↔ walking stick — cane

Related Translations for stokje

een stokje steken voor

¹Muiswerk Woordenboek