Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: dagelijks

Dutch and French Search Results for: dagelijks

Summary

Dutch to French: more detail...

dagelijks:
- quotidien; quotidiennement; de tous les jours
Wiktionary:
- dagelijks → journalier
- dagelijks → journellement, quotidiennement, quotidien, journalier, tous les jours
- dagelijks → quotidien
User Contributed Translations for dagelijks:
- quotidienne

Dutch

Detailed Translations for dagelijks from Dutch to French

dagelijks:

dagelijks adj

dagelijks
quotidien; quotidiennement; de tous les jours
- quotidien adj
- quotidiennement adj
- de tous les jours adj

Translation Matrix for dagelijks:

Noun	Related Translations	Other Translations
quotidien		alledag; courant; dagblad; dagelijks sleur; krant
Modifier	Related Translations	Other Translations
de tous les jours	dagelijks	daags; dagelijkse
quotidien	dagelijks	daags; dagelijkse; gemeen; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel
quotidiennement	dagelijks

Related Words for "dagelijks":

dagelijkse

Synonyms for "dagelijks":

alledaags

Related Definitions for "dagelijks":

gewoon, niet bijzonder¹
- de dagelijkse dingen¹
elke dag¹
- ik zie hem dagelijks¹

Wiktionary Translations for dagelijks:

dagelijks

noun

(term, Par substantivation) personne qui travaille à la journée.
- journalier → daags; alledaags; dagelijks

-
- journellement; quotidiennement → dagelijks

adjective

De chaque jour. (Sens général).
- quotidien → daags; alledaags; dagelijks

Cross Translation:

From	To	Via
• dagelijks	→ quotidien; journalier	↔ daily — that occurs every day
• dagelijks	→ journellement; quotidiennement; tous les jours	↔ daily — every day
• dagelijks	→ quotidien; journalier	↔ diurnal — done once every day

Related Translations for dagelijks

¹Muiswerk Woordenboek