Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. manifesteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for manifesteren from Dutch to French

manifesteren:

manifesteren verb (manifesteer, manifesteert, manifesteerde, manifesteerden, gemanifesteerd)

  1. manifesteren
    manifester
    • manifester verb (manifeste, manifestes, manifestons, manifestez, )

Conjugations for manifesteren:

o.t.t.
  1. manifesteer
  2. manifesteert
  3. manifesteert
  4. manifesteren
  5. manifesteren
  6. manifesteren
o.v.t.
  1. manifesteerde
  2. manifesteerde
  3. manifesteerde
  4. manifesteerden
  5. manifesteerden
  6. manifesteerden
v.t.t.
  1. heb gemanifesteerd
  2. hebt gemanifesteerd
  3. heeft gemanifesteerd
  4. hebben gemanifesteerd
  5. hebben gemanifesteerd
  6. hebben gemanifesteerd
v.v.t.
  1. had gemanifesteerd
  2. had gemanifesteerd
  3. had gemanifesteerd
  4. hadden gemanifesteerd
  5. hadden gemanifesteerd
  6. hadden gemanifesteerd
o.t.t.t.
  1. zal manifesteren
  2. zult manifesteren
  3. zal manifesteren
  4. zullen manifesteren
  5. zullen manifesteren
  6. zullen manifesteren
o.v.t.t.
  1. zou manifesteren
  2. zou manifesteren
  3. zou manifesteren
  4. zouden manifesteren
  5. zouden manifesteren
  6. zouden manifesteren
diversen
  1. manifesteer!
  2. manifesteert!
  3. gemanifesteerd
  4. manifesterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for manifesteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
manifester manifesteren aantonen; bewijzen; exposeren; getuigen van; laten blijken; laten zien; spuien; staven; tentoonstellen; tonen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; vertonen; verwoorden; voor ogen brengen

Synonyms for "manifesteren":


Related Definitions for "manifesteren":

  1. zichtbaar worden1
    • de ziekte manifesteert zich door vergeetachtigheid1

Wiktionary Translations for manifesteren:

manifesteren
verb
  1. waarneembaar worden
manifesteren