Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ornament:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ornament from Dutch to French

ornament:

ornament [het ~] nomen

  1. het ornament
    l'ornement; l'enjolivement

Translation Matrix for ornament:

NounRelated TranslationsOther Translations
enjolivement ornament geflatteer; mooidoenerij; mooipraterij; opsieren; opsmukken; vleierij; zich mooi maken
ornement ornament corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; grafisch element; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluisteren; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; ridderorde; sieraad; sierstuk; sierwerk; smuk; tooi; tooien; versieren; versiering; versiersel

Related Words for "ornament":

  • ornamenten

Wiktionary Translations for ornament:


Cross Translation:
FromToVia
ornament fioriture flourish — ornamentation