Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bluts:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for blutsen from Dutch to French

bluts:

bluts [de ~] nomen

  1. de bluts (deuk; instulping)
    la bosse; le coup
  2. de bluts
    la bosse
  3. de bluts (beurse plek)
    la partie blette; le coup

Translation Matrix for bluts:

NounRelated TranslationsOther Translations
bosse bluts; deuk; instulping bobbel; bobbeltje; bochel; bolling; buil; bult; bultje; hobbel; hobbeling; kneuswond; kneuzing; knobbel; letsel; oneffenheid; ongelijkheid; opgezwollen plek; opzetting; puistje; pukkel; steenpuist; uitpuiling; uitstulping; zwelling
coup beurse plek; bluts; deuk; instulping botsing; coup; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; hengst; jens; klap; klokslag; klop; knal; kwak; lel; mep; messteek; muilpeer; opdonder; opduvel; opeen knallen; oplawaai; peut; por; putsch; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; scheutje; schop; slag; slok; smak; staatsgreep; steek; stoot; stootje; teug; tik; toegebrachte klap; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet
partie blette beurse plek; bluts

Related Words for "bluts":

  • blutsen

Wiktionary Translations for bluts:


Cross Translation:
FromToVia
bluts cabossure; accroc dent — shallow deformation in the surface


Wiktionary Translations for blutsen:

blutsen
verb
  1. (familier, fr) Faire des bosses à un objet, de façon à le déformer.

Cross Translation:
FromToVia
blutsen cabosser dent — produce a dent