Dutch
Detailed Translations for instappen from Dutch to French
instappen:
-
instappen
-
instappen
Conjugations for instappen:
o.t.t.
- stap in
- stapt in
- stapt in
- stappen in
- stappen in
- stappen in
o.v.t.
- stapte in
- stapte in
- stapte in
- stapten in
- stapten in
- stapten in
v.t.t.
- ben ingestapt
- bent ingestapt
- is ingestapt
- zijn ingestapt
- zijn ingestapt
- zijn ingestapt
v.v.t.
- was ingestapt
- was ingestapt
- was ingestapt
- waren ingestapt
- waren ingestapt
- waren ingestapt
o.t.t.t.
- zal instappen
- zult instappen
- zal instappen
- zullen instappen
- zullen instappen
- zullen instappen
o.v.t.t.
- zou instappen
- zou instappen
- zou instappen
- zouden instappen
- zouden instappen
- zouden instappen
diversen
- stap in!
- stapt in!
- ingestapt
- instappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for instappen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| entrée | instappen | aankomst; binnengaan; binnenkomst; deur; dorpel; drempel; entree; entreehal; hal; import; ingang; inkomst; inlaat; inrit; intocht; intrede; invaart; invoer; komst; narthex; ontvangstruimte; oprijlaan; oprit; portiek; receptiekamer; ridderzaal; salon; toegang; tussenkamer; vermelding; voorgerecht; voorhal |
| fait de monter dans | instappen | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| entrer dans | instappen | belopen; betreden; bewandelen; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; binnenvallen; binnenvaren; importeren; indringen; infiltreren; ingaan; inrijden; invallen; invaren; invoeren; te voet afleggen |
| monter en voiture | instappen | |
| monter à bord d'un avion | instappen |