Interglot - ban: Dutch and French Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to French: more detail...

ban:
- ban; excommunication; enchantement; envoûtement
bannen:
- bannir; chasser; exiler; mettre au ban; expulser; exorciser
Wiktionary:
- ban → anathème, territoire
- ban → charme, fétiche
- bannen → reléguer

French to Dutch: more detail...

ban:
- ban; kerkban; trompetgeschal; geschetter

Dutch

Detailed Translations for ban from Dutch to French

ban:

ban [de ~ (m)] nomen

de ban (kerkban)
le ban; l'excommunication
- ban [le ~] nomen
- excommunication [la ~] nomen
de ban (betoverende invloed)
l'enchantement; l'envoûtement
- enchantement [le ~] nomen
- envoûtement [le ~] nomen

Translation Matrix for ban:

Noun	Related Translations	Other Translations
ban	ban; kerkban	geschetter; trompetgeschal
enchantement	ban; betoverende invloed	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvechting; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; enthousiasme; extase; fascinatie; gedrevenheid; geestvervoering; magie; seductie; temptatie; trance; uitbundigheid; uitgelatenheid; verleiding; verlokking; verovering; verrukking; vervoering; verzoeking
envoûtement	ban; betoverende invloed	aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aanvechting; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; extase; fascinatie; geestvervoering; magie; seductie; temptatie; toverkunst; trance; verleiding; verlokking; verovering; verrukking; vervoering; verzoeking
excommunication	ban; kerkban	uitstoot; uitstoting

Related Words for "ban":

bannen, banen

Wiktionary Translations for ban:

ban

noun

(christianisme) sentence de malédiction qui retrancher de la communion de l’Église.
- anathème → anathema; ban; banvloek; excommunicatie
étendue de terre plus ou moins précisément délimitée.
- territoire → ban; gebied; grondgebied; territoir; territorium

Cross Translation:

From	To	Via
• ban	→ charme; fétiche	↔ charm — something with magic power

ban form of bannen:

bannen verb (ban, bant, bande, banden, geband)

bannen (uitbannen; verbannen; verdrijven; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren; wegjagen)
bannir; chasser; exiler; mettre au ban; expulser; exorciser
- bannir verb (bannis, bannit, bannissons, bannissez, bannissent, bannissais, bannissait, bannissions, bannissiez, bannissaient, bannîmes, bannîtes, bannirent, bannirai, banniras, bannira, bannirons, bannirez, banniront)
- chasser verb (chasse, chasses, chassons, chassez, chassent, chassais, chassait, chassions, chassiez, chassaient, chassai, chassas, chassa, chassâmes, chassâtes, chassèrent, chasserai, chasseras, chassera, chasserons, chasserez, chasseront)
- exiler verb (exile, exiles, exilons, exilez, exilent, exilais, exilait, exilions, exiliez, exilaient, exilai, exilas, exila, exilâmes, exilâtes, exilèrent, exilerai, exileras, exilera, exilerons, exilerez, exileront)
- mettre au ban verb
- expulser verb (expulse, expulses, expulsons, expulsez, expulsent, expulsais, expulsait, expulsions, expulsiez, expulsaient, expulsai, expulsas, expulsa, expulsâmes, expulsâtes, expulsèrent, expulserai, expulseras, expulsera, expulserons, expulserez, expulseront)
- exorciser verb (exorcise, exorcises, exorcisons, exorcisez, exorcisent, exorcisais, exorcisait, exorcisions, exorcisiez, exorcisaient, exorcisai, exorcisas, exorcisa, exorcisâmes, exorcisâtes, exorcisèrent, exorciserai, exorciseras, exorcisera, exorciserons, exorciserez, exorciseront)

Conjugations for bannen:

o.t.t.

ban
bant
bant
bannen
bannen
bannen

o.v.t.

bande
bande
bande
banden
banden
banden

v.t.t.

heb geband
hebt geband
heeft geband
hebben geband
hebben geband
hebben geband

v.v.t.

had geband
had geband
had geband
hadden geband
hadden geband
hadden geband

o.t.t.t.

zal bannen
zult bannen
zal bannen
zullen bannen
zullen bannen
zullen bannen

o.v.t.t.

zou bannen
zou bannen
zou bannen
zouden bannen
zouden bannen
zouden bannen

diversen

ban!
bant!
geband
bannende

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bannen:

Verb	Related Translations	Other Translations
bannir	bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
chasser	bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen	afhouden; afnemen; afzonderen; buitensluiten; ecarteren; jachten; lichten; opdrijven; ophitsen; opjagen; uitdrijven; uitsluiten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; voortjagen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken; weren
exiler	bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
exorciser	bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
expulser	bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen	afnemen; afzonderen; deporteren; ecarteren; eraf schoppen; lichten; uitdrijven; uitgooien; uitwerpen; uitwijzen; uitzetten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
mettre au ban	bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen

Related Words for "bannen":

ban

Wiktionary Translations for bannen:

Cross Translation:

From	To	Via
• bannen	→ reléguer	↔ relegate — to exile

External Machine Translations:

French

Detailed Translations for ban from French to Dutch

ban:

ban [le ~] nomen

le ban (excommunication)
de ban; de kerkban
- ban [de ~ (m)] nomen
- kerkban [de ~ (m)] nomen
le ban (son des trompettes; fanfare; son du cor; son du clairon)
het trompetgeschal; het geschetter
- trompetgeschal [het ~] nomen
- geschetter [het ~] nomen

Translation Matrix for ban:

Noun	Related Translations	Other Translations
ban	ban; excommunication	enchantement; envoûtement
geschetter	ban; fanfare; son des trompettes; son du clairon; son du cor	babil des oiseaux; clairons; cris; cris perçant; flonflons; son du cor; voix criarde
kerkban	ban; excommunication
trompetgeschal	ban; fanfare; son des trompettes; son du clairon; son du cor

Synonyms for "ban":

acclamation; ovation; applaudissement; bravo; transport; délire; hourra; vivat; publication; bannissement; exil; ostracisme; relégation; expulsion; expatriation; proscription; éloignement; séparation; isolement

External Machine Translations:

Dutch and French Search Results for: ban

Detailed Translations for ban from Dutch to French

ban:

ban [de ~ (m)] nomen

de ban (kerkban)

de ban (betoverende invloed)

Translation Matrix for ban:

Related Words for "ban":

Wiktionary Translations for ban:

ban form of bannen:

bannen verb (ban, bant, bande, banden, geband)

bannen (uitbannen; verbannen; verdrijven; uitzetten; uitstoten; uitwijzen; verjagen; bezweren; wegjagen)

Conjugations for bannen:

o.t.t.

o.v.t.

v.t.t.

v.v.t.

o.t.t.t.

o.v.t.t.

diversen

Translation Matrix for bannen:

Related Words for "bannen":

Wiktionary Translations for bannen:

Detailed Translations for ban from French to Dutch

ban:

ban [le ~] nomen

le ban (excommunication)

le ban (son des trompettes; fanfare; son du cor; son du clairon)

Translation Matrix for ban:

Synonyms for "ban":

Related Translations for ban