Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. overtuiging:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overtuiging from Dutch to French

overtuiging:

overtuiging [de ~ (v)] nomen

  1. de overtuiging (overtuigdheid)
    la conviction; la persuasion; la confiance; la croyance
  2. de overtuiging (gezindheid; vaststaande mening)
    la conviction; l'opinion; l'avis; la conception
  3. de overtuiging (opinie; mening)
    l'opinion; l'avis; la conviction

Translation Matrix for overtuiging:

NounRelated TranslationsOther Translations
avis gezindheid; mening; opinie; overtuiging; vaststaande mening aankondiging; aankondigingen; aanmaning; aanschrijving; aansporing tot plicht; aanzegging; advies; bekendmaking; bericht; bewering; boodschap; convocatie; denkbeeld; deurwaardersexploot; gewag; gezichtspunt; herinnering; houding; idee; informatie; interpretatie; inzicht; journaal; kennisgeving; kennisneming; kijk; lezing; mededeling; melding; mening; meningsuiting; nieuws; oordeel; opgave; opinie; oproeping; opvatting; positie; raad; raadgeving; relaas; sein; sommatie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; teken; thema; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging; visie; wenk; zienswijze
conception gezindheid; overtuiging; vaststaande mening begrip; begripsvermogen; benul; bevattingsvermogen; brein; conceptie; denkbeeld; gedachte; gezichtspunt; hersens; idee; intelligentie; interpretatie; inzicht; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; verstand; visie; zienswijze
confiance overtuigdheid; overtuiging confidentie; fiducie; geloof; gemoedsrust; gerustheid; rust; sereniteit; vertrouwen
conviction gezindheid; mening; opinie; overtuigdheid; overtuiging; vaststaande mening confidentie; denkbeeld; fiducie; geloof; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; vertrouwen; visie; zienswijze
croyance overtuigdheid; overtuiging bekennen; confessie; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte
opinion gezindheid; mening; opinie; overtuiging; vaststaande mening begrip; bewering; conceptie; denkbeeld; dunk; gedachte; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; notie; oordeel; opinie; opvatting; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; visie; zienswijze
persuasion overtuigdheid; overtuiging confidentie; fiducie; geloof; meekrijgen; op de hand krijgen; overreding; vertrouwen

Related Words for "overtuiging":

  • overtuigingen

Wiktionary Translations for overtuiging:

overtuiging
noun
  1. een sterke mening of geloof

Cross Translation:
FromToVia
overtuiging persuasion persuasion — the act of persuading
overtuiging dogme; règle de base; conviction; théorème tenet — an opinion, belief or principle