Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. invaller:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for invaller from Dutch to French

invaller:

invaller [de ~ (m)] nomen

  1. de invaller (hulpkracht; noodhulp)
    l'aide temporaire; l'intérimaire; le substitut; le remplaçant; le suppléant
  2. de invaller (wisselspeler; wissel)
    le rentrant; le remplaçant

Translation Matrix for invaller:

NounRelated TranslationsOther Translations
aide temporaire hulpkracht; invaller; noodhulp
intérimaire hulpkracht; invaller; noodhulp plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; uitzendkracht; vertegenwoordiger
remplaçant hulpkracht; invaller; noodhulp; wissel; wisselspeler plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; surrogaat; vertegenwoordiger; vervangend middel; vervanger; vervangingsmiddel
rentrant invaller; wissel; wisselspeler
substitut hulpkracht; invaller; noodhulp plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; vertegenwoordiger; vervangend product; vervanging; vervangingsmiddel
suppléant hulpkracht; invaller; noodhulp gecommitteerde; gemachtigde; gevolmachtigde; plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; vertegenwoordiger
ModifierRelated TranslationsOther Translations
intérimaire aards; de komende tijd; kortstondig; loco-; plaatsvervangend; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; waarnemend; zolang
remplaçant loco-; plaatsvervangend; waarnemend
rentrant binnenkomend; intrekbaar
suppléant loco-; plaatsvervangend; waarnemend

Related Words for "invaller":

  • invallers

Wiktionary Translations for invaller:

invaller
Cross Translation:
FromToVia
invaller bouche-trou Lückenbüßer — Person/Organisation oder Sache, die als „zweite Wahl“ die Funktion/Rolle einer anderen übernimmt, die diese Funktion/Rolle aus irgendeinem Grund nicht ausübt

External Machine Translations: