Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: ontvolken

Dutch and French Search Results for: ontvolken

Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ontvolken:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for ontvolken from Dutch to French

ontvolken:

ontvolken verb (ontvolk, ontvolkt, ontvolkte, ontvolkten, ontvolkt)

  1. ontvolken
    dépeupler
    • dépeupler verb (dépeuple, dépeuples, dépeuplons, dépeuplez, )

Conjugations for ontvolken:

o.t.t.
  1. ontvolk
  2. ontvolkt
  3. ontvolkt
  4. ontvolken
  5. ontvolken
  6. ontvolken
o.v.t.
  1. ontvolkte
  2. ontvolkte
  3. ontvolkte
  4. ontvolkten
  5. ontvolkten
  6. ontvolkten
v.t.t.
  1. heb ontvolkt
  2. hebt ontvolkt
  3. heeft ontvolkt
  4. hebben ontvolkt
  5. hebben ontvolkt
  6. hebben ontvolkt
v.v.t.
  1. had ontvolkt
  2. had ontvolkt
  3. had ontvolkt
  4. hadden ontvolkt
  5. hadden ontvolkt
  6. hadden ontvolkt
o.t.t.t.
  1. zal ontvolken
  2. zult ontvolken
  3. zal ontvolken
  4. zullen ontvolken
  5. zullen ontvolken
  6. zullen ontvolken
o.v.t.t.
  1. zou ontvolken
  2. zou ontvolken
  3. zou ontvolken
  4. zouden ontvolken
  5. zouden ontvolken
  6. zouden ontvolken
en verder
  3. heeft ontvolkt
  6. hebben ontvolkt
diversen
  1. ontvolk!
  2. ontvolkt!
  5. ontvolkt
  6. ontvolkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontvolken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dépeupler ontvolken

Wiktionary Translations for ontvolken:

ontvolken
verb
  1. Devenir désert.







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0786 seconds
Page rendered in 1.0 seconds