Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. platdrukken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for platdrukken from Dutch to French

platdrukken:

platdrukken verb (druk plat, drukt plat, drukte plat, drukten plat, plat gedrukt)

  1. platdrukken (vermorzelen; verbrijzelen; verpletteren; fijnmaken; vergruizen)
    écraser; pulvériser; mâchurer; broyer; réduire en poudre
    • écraser verb (écrase, écrases, écrasons, écrasez, )
    • pulvériser verb (pulvérise, pulvérises, pulvérisons, pulvérisez, )
    • mâchurer verb (mâchure, mâchures, mâchurons, mâchurez, )
    • broyer verb (broie, broies, broyons, broyez, )
  2. platdrukken (pletten; platmaken; fijndrukken)
    écraser; aplatir; mâchurer; planer; broyer; comprimer; compresser; laminer
    • écraser verb (écrase, écrases, écrasons, écrasez, )
    • aplatir verb (aplatis, aplatit, aplatissons, aplatissez, )
    • mâchurer verb (mâchure, mâchures, mâchurons, mâchurez, )
    • planer verb (plane, planes, planons, planez, )
    • broyer verb (broie, broies, broyons, broyez, )
    • comprimer verb (comprime, comprimes, comprimons, comprimez, )
    • compresser verb (compresse, compresses, compressons, compressez, )
    • laminer verb (lamine, lamines, laminons, laminez, )

Conjugations for platdrukken:

o.t.t.
  1. druk plat
  2. drukt plat
  3. drukt plat
  4. drukken plat
  5. drukken plat
  6. drukken plat
o.v.t.
  1. drukte plat
  2. drukte plat
  3. drukte plat
  4. drukten plat
  5. drukten plat
  6. drukten plat
v.t.t.
  1. heb plat gedrukt
  2. hebt plat gedrukt
  3. heeft plat gedrukt
  4. hebben plat gedrukt
  5. hebben plat gedrukt
  6. hebben plat gedrukt
v.v.t.
  1. had plat gedrukt
  2. had plat gedrukt
  3. had plat gedrukt
  4. hadden plat gedrukt
  5. hadden plat gedrukt
  6. hadden plat gedrukt
o.t.t.t.
  1. zal platdrukken
  2. zult platdrukken
  3. zal platdrukken
  4. zullen platdrukken
  5. zullen platdrukken
  6. zullen platdrukken
o.v.t.t.
  1. zou platdrukken
  2. zou platdrukken
  3. zou platdrukken
  4. zouden platdrukken
  5. zouden platdrukken
  6. zouden platdrukken
en verder
  1. ben platgedrukt
  2. bent platgedrukt
  3. is platgedrukt
  4. zijn platgedrukt
  5. zijn platgedrukt
  6. zijn platgedrukt
diversen
  1. druk plat!
  2. drukt plat!
  3. plat gedrukt
  4. plat drukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for platdrukken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aplatir fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten afplatten; effenen; platmaken; platstampen; platwalsen; uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen
broyer fijndrukken; fijnmaken; platdrukken; platmaken; pletten; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren aan stukken slaan; aantasten; aanvreten; bederven; bedwingen; beschadigen; beteugelen; fijn maken; fijnstampen; in bedwang houden; inslaan; kapotdrukken; kapotgooien; kapotslaan; onderdrukken; stampen; stukgooien; stukslaan; terughouden; verbrijzelen
compresser fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten comprimeren; inpakken; klemmen; knellen; omklemmen; samendrukken; samenpersen; strak zitten; vasthouden; vastklemmen; vastknellen
comprimer fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten comprimeren; inpersen; insnoeren; kleiner maken; klemmen; knellen; omklemmen; samendrukken; samenpersen; strak zitten; vasthouden; vastklemmen; vastknellen; verkleinen
laminer fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten lamineren; platstampen; platwalsen
mâchurer fijndrukken; fijnmaken; platdrukken; platmaken; pletten; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren
planer fijndrukken; platdrukken; platmaken; pletten gladmaken; gladwrijven; hangen; planeren; polijsten; zweven
pulvériser fijnmaken; platdrukken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren bespatten; bespetteren; fijn drukken; fijnmalen; kapotdrukken; malen; tot poeder maken; vermalen; vernevelen; verpulveren; verstuiven
réduire en poudre fijnmaken; platdrukken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren fijn drukken; fijn maken
écraser fijndrukken; fijnmaken; platdrukken; platmaken; pletten; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren aan stukken slaan; bedwingen; beteugelen; breken; doen neerstorten; fijn maken; fijnmalen; fijnstampen; in bedwang houden; in stukken breken; inslaan; kapotbreken; kapotdrukken; kapotgooien; kapotslaan; malen; neerstorten; omverrijden; onderdrukken; overheen rijden; overrijden; overschrijven; platlopen; platstampen; platwalsen; stampen; stukgooien; stukslaan; terughouden; verbrijzelen; vermalen

Wiktionary Translations for platdrukken:

platdrukken
verb
  1. iets met kracht samendrukken