Dutch
Detailed Translations for snuiten from Dutch to French
snuiten:
-
snuiten
se moucher-
se moucher verb
-
Conjugations for snuiten:
o.t.t.
- snuit
- snuit
- snuit
- snuiten
- snuiten
- snuiten
o.v.t.
- snoot
- snoot
- snoot
- snoten
- snoten
- snoten
v.t.t.
- heb gesnoten
- hebt gesnoten
- heeft gesnoten
- hebben gesnoten
- hebben gesnoten
- hebben gesnoten
v.v.t.
- had gesnoten
- had gesnoten
- had gesnoten
- hadden gesnoten
- hadden gesnoten
- hadden gesnoten
o.t.t.t.
- zal snuiten
- zult snuiten
- zal snuiten
- zullen snuiten
- zullen snuiten
- zullen snuiten
o.v.t.t.
- zou snuiten
- zou snuiten
- zou snuiten
- zouden snuiten
- zouden snuiten
- zouden snuiten
en verder
- ben gesnoten
- bent gesnoten
- is gesnoten
- zijn gesnoten
- zijn gesnoten
- zijn gesnoten
diversen
- snuit!
- snuitt!
- gesnoten
- snuitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for snuiten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
se moucher | snuiten | sniffen; snotteren |
Related Words for "snuiten":
Wiktionary Translations for snuiten:
snuiten
Cross Translation:
verb
-
door beurtelings de neus samen te knijpen en door de neus te blazen slijm uit de neusholte verwijderen
- snuiten → moucher
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• snuiten | → (se) moucher | ↔ schnauben — sich die Nase putzen |
snuit:
Translation Matrix for snuit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
frimousse | bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie | toet |
gueule | bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie | bek; brutaal zijn; grote mond hebben; lazer; lazerij; muil; smoel; smoelwerk; tater; waffel |
trogne | bakkes; ponum; porum; smoel; smoelwerk; snoet; snuit; tronie |
Related Words for "snuit":
Wiktionary Translations for snuit:
snuit
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• snuit | → museau | ↔ muzzle — part of animal's head |
• snuit | → museau | ↔ snout — long, projecting nose, mouth and jaw of a beast |
• snuit | → gueule | ↔ Maul — Körperöffnung bei Tieren, durch die Nahrung aufgenommen wird |
• snuit | → museau | ↔ Schnauze — vorspringender Maul- und Nasenbereich bei Tieren |