Dutch
Detailed Translations for bevechten from Dutch to French
bevechten:
-
bevechten (bestrijden; bekampen)
combattre; battre-
combattre verb (combats, combat, combattons, combattez, combattent, combattais, combattait, combattions, combattiez, combattaient, combattis, combattit, combattîmes, combattîtes, combattirent, combattrai, combattras, combattra, combattrons, combattrez, combattront)
-
battre verb (bats, bat, battons, battez, battent, battais, battait, battions, battiez, battaient, battis, battit, battîmes, battîtes, battirent, battrai, battras, battra, battrons, battrez, battront)
-
Conjugations for bevechten:
o.t.t.
- bevecht
- bevecht
- bevecht
- bevechten
- bevechten
- bevechten
o.v.t.
- bevocht
- bevocht
- bevocht
- bevochten
- bevochten
- bevochten
v.t.t.
- heb bevochten
- hebt bevochten
- heeft bevochten
- hebben bevochten
- hebben bevochten
- hebben bevochten
v.v.t.
- had bevochten
- had bevochten
- had bevochten
- hadden bevochten
- hadden bevochten
- hadden bevochten
o.t.t.t.
- zal bevechten
- zult bevechten
- zal bevechten
- zullen bevechten
- zullen bevechten
- zullen bevechten
o.v.t.t.
- zou bevechten
- zou bevechten
- zou bevechten
- zouden bevechten
- zouden bevechten
- zouden bevechten
diversen
- bevecht!
- bevecht!
- bevochten
- bevechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bevechten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
battre | afbeuken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
battre | bekampen; bestrijden; bevechten | aankloppen; aantikken; afkloppen; beroeren; beuken; bonken; hameren; hard slaan; hengsten; karnen; klakken; klapperen; kleppen; kloppen; kloppen met een hamer; klutsen; meppen; omroeren; raken; rammen; roeren; slaan; tikken; timmeren; treffen |
combattre | bekampen; bestrijden; bevechten | de strijd aanbinden; kampen; strijd voeren; strijden; vechten |