Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. gozer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gozer from Dutch to French

gozer:

gozer [de ~ (m)] nomen

  1. de gozer (kerel; knakker; man; )
    le monsieur; l'homme; le gars; le mec; le zèbre; le type
  2. de gozer (knakker; knul; kerel; goser; vent)
    le gaillard; l'homme; le mec; le gars; le type

Translation Matrix for gozer:

NounRelated TranslationsOther Translations
gaillard goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent deugniet; guit; heerschap; rakker; snaak; stinkerd; sujet; vent
gars gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent knullen
homme gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent butler; heerschap; herenknecht; iemand; individu; kamerbediende; kamerdienaar; kerel; levensgezel; levenspartner; man; manspersoon; mens; menselijk wezen; mensenkind; partner; persoon; sujet; vent; wezen
mec gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent jongen; rakker
monsieur gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent heerschap; meneer; mijnheer; sujet; vent
type gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent aard; fatje; figuur; genre; gevaarte; heerschap; heertje; individu; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
zèbre gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent

Related Words for "gozer":

  • gozers, gozertje

Wiktionary Translations for gozer:

gozer
Cross Translation:
FromToVia
gozer mec; bougre; gars geezer — a male person
gozer bougre; gars; mec guy — man