Summary
Dutch to French: more detail...
French to Dutch: more detail...
-
maîtresse:
- minnares; vriendin; geliefde; beminde; onderwijzeres; juffrouw; juf; schooljuffrouw; maîtresse; leraar; pedant; leraar op basisschool; leerkracht; onderwijzer; schoolmeester; meester; meesteres; gebiedster; bazin; docent; leermeester; instructeur; heerseres; hartsvriendin; kameraadje; maatje; gezel; opleidster
-
Wiktionary:
- maîtresse → mevrouw, minnares, buitenvrouw
Dutch
Detailed Translations for maîtresse from Dutch to French
maîtresse:
Translation Matrix for maîtresse:
Noun | Related Translations | Other Translations |
maîtresse | maîtresse | bazin; beminde; docent; gebiedster; geliefde; gezel; hartsvriendin; heerseres; instructeur; juf; juffrouw; kameraadje; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; maatje; meester; meesteres; minnares; onderwijzer; onderwijzeres; opleidster; pedant; schooljuffrouw; schoolmeester; vriendin |
Related Words for "maîtresse":
External Machine Translations:
French
Detailed Translations for maîtresse from French to Dutch
maîtresse:
-
la maîtresse (chérie; amoureuse; bien-aimée; amante)
-
la maîtresse (institutrice; professeur; enseignante)
-
la maîtresse
-
la maîtresse (instituteur; maître; enseignant; enseignante; maître d'école)
de leraar; de pedant; leraar op basisschool; de leerkracht; de onderwijzer; de schoolmeester; de meester -
la maîtresse (patronne)
-
la maîtresse (patronne)
-
la maîtresse (professeur; enseignant; tuteur; professeur de faculté; éducatrice; mentor; formateur; tutrice; enseignante; éducateur; maître; maître d'école)
-
la maîtresse (dominatrice; patronne)
-
la maîtresse (amie de coeur; copine; bien-aimé; copain; petit ami; petit copain; amant; bien-aimée; amoureuse; chère maman; amante; amoureux; amie intime)
-
la maîtresse (éducatrice; tutrice)
Translation Matrix for maîtresse:
Synonyms for "maîtresse":
External Machine Translations: