Dutch

Detailed Translations for overeenstemmend from Dutch to French

overeenstemmend:

overeenstemmend adj

  1. overeenstemmend (bevestigend)
  2. overeenstemmend (homoloog; gelijkluidend)
  3. overeenstemmend (conform)

Translation Matrix for overeenstemmend:

NounRelated TranslationsOther Translations
suivant volgende
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
homologue peer
OtherRelated TranslationsOther Translations
d'après bij; te; ter; via
ModifierRelated TranslationsOther Translations
affirmatif bevestigend; overeenstemmend
confirmatif bevestigend; overeenstemmend
conformément à conform; overeenstemmend achter; gelijk; in overeenkomst met; ingevolge; later dan; na; nadat; overeenkomstig; soortgelijk; volgens
d'après conform; overeenstemmend achter; in overeenkomst met; later dan; na; nadat; overeenkomstig; volgens
homologue gelijkluidend; homoloog; overeenstemmend gelijkstandig
selon conform; overeenstemmend achter; blijkens; in overeenkomst met; krachtens; later dan; na; naargelang; naarmate; nadat; overeenkomstig; volgens
suivant conform; overeenstemmend aaneengeregen; aaneengesloten; aanstaande; eerstvolgend; hierna; hierop; in overeenkomst met; ingevolge; komend; na dit; nakomend; navolgend; onderstaand; onderstaande; opvolgend; overeenkomstig; volgend; volgende; volgens

Wiktionary Translations for overeenstemmend:

overeenstemmend
noun
  1. (term, Propulsion) partie amont d’une tuyère destinée à augmenter la vitesse du gaz.

Cross Translation:
FromToVia
overeenstemmend correspondant; convergent commensurately — With equal measure or extent.

overeenstemmen:

overeenstemmen verb (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)

  1. overeenstemmen (congruent zijn; kloppen)
    correspondre; coïncider; concorder
    • correspondre verb (corresponds, correspond, correspondons, correspondez, )
    • coïncider verb (coïncide, coïncides, coïncidons, coïncidez, )
    • concorder verb (concorde, concordes, concordons, concordez, )
  2. overeenstemmen (eens worden; overeenkomen)
  3. overeenstemmen (juist zijn; kloppen)
  4. overeenstemmen (corresponderen; overeenkomen; stroken)
    correspondre à; concorder; être conforme à
    • concorder verb (concorde, concordes, concordons, concordez, )
  5. overeenstemmen (een harmonieus geheel vormen; samenstemmen; harmoniëren)

Conjugations for overeenstemmen:

o.t.t.
  1. stem overeen
  2. stemt overeen
  3. stemt overeen
  4. stemmen overeen
  5. stemmen overeen
  6. stemmen overeen
o.v.t.
  1. stemde overeen
  2. stemde overeen
  3. stemde overeen
  4. stemden overeen
  5. stemden overeen
  6. stemden overeen
v.t.t.
  1. heb overeen gestemd
  2. hebt overeen gestemd
  3. heeft overeen gestemd
  4. hebben overeen gestemd
  5. hebben overeen gestemd
  6. hebben overeen gestemd
v.v.t.
  1. had overeen gestemd
  2. had overeen gestemd
  3. had overeen gestemd
  4. hadden overeen gestemd
  5. hadden overeen gestemd
  6. hadden overeen gestemd
o.t.t.t.
  1. zal overeenstemmen
  2. zult overeenstemmen
  3. zal overeenstemmen
  4. zullen overeenstemmen
  5. zullen overeenstemmen
  6. zullen overeenstemmen
o.v.t.t.
  1. zou overeenstemmen
  2. zou overeenstemmen
  3. zou overeenstemmen
  4. zouden overeenstemmen
  5. zouden overeenstemmen
  6. zouden overeenstemmen
diversen
  1. stem overeen!
  2. stemt overeen!
  3. overeen gestemd
  4. overeenstemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overeenstemmen [znw.] nomen

  1. overeenstemmen (accorderen)
    l'accord; la convention

Translation Matrix for overeenstemmen:

NounRelated TranslationsOther Translations
accord accorderen; overeenstemmen accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; bijval; compromis; contract; deal; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; fiat; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; goedvinden; harmonie; instemming; overeenkomst; overeenstemming; permissie; regeling; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; schikking; solidariteit; toelating; toestemming; transactie; verbondenheid; vereffening; vergelijk; zaak
convention accorderen; overeenstemmen accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; band; binding; bond; bondgenootschap; contract; federatie; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; liga; overeenkomst; pact; regeling; schikking; toestemming; traktaat; unie; verbond; verdrag
VerbRelated TranslationsOther Translations
concorder congruent zijn; corresponderen; kloppen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken een fusie aangaan; evenaren; fuseren; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; samengaan; samenlopen; samenvallen; stroken; stroken met
consentir à eens worden; overeenkomen; overeenstemmen autoriseren; dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; laten; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen
correspondre congruent zijn; kloppen; overeenstemmen aansluiten; bijvoegen
correspondre à corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken corresponderen; een fusie aangaan; evenaren; fuseren; overeenkomstig zijn; samengaan
coïncider congruent zijn; kloppen; overeenstemmen overlappen
donner son accord eens worden; overeenkomen; overeenstemmen akkoord gaan met; instemmen
donner son consentement eens worden; overeenkomen; overeenstemmen akkoord gaan met; instemmen
s'accorder een harmonieus geheel vormen; eens worden; harmoniëren; overeenkomen; overeenstemmen; samenstemmen kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met
s'entendre sur eens worden; overeenkomen; overeenstemmen accorderen; afspreken; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met
s'harmoniser een harmonieus geheel vormen; harmoniëren; overeenstemmen; samenstemmen
se mettre d'accord eens worden; overeenkomen; overeenstemmen akkoord gaan met; instemmen
tomber d'accord eens worden; overeenkomen; overeenstemmen afspreken; iets overeenkomen
être conforme à corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken evenaren
être correct juist zijn; kloppen; overeenstemmen correct zijn; kloppen
être d'accord avec eens worden; overeenkomen; overeenstemmen akkoord gaan; akkoord gaan met; bijvallen; gelijk geven; instemmen; steunen

Wiktionary Translations for overeenstemmen:

overeenstemmen
verb
  1. gelijkenis vertonen
overeenstemmen
Cross Translation:
FromToVia
overeenstemmen correspondre; accorder; concorder match — to agree; to equal
overeenstemmen correspondre korrespondieren — übereinstimmen, entsprechen