Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. valuta:
  2. Valuta:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for valuta from Dutch to French

valuta:

valuta [de ~] nomen

  1. de valuta (muntsoort; geldsoort)
    la monnaie; la devises
  2. de valuta (wisselkoers; koers; herleidingskoers)
    le taux de conversion; le change; le cours du change; la cote des changes
  3. de valuta
    la monnaie

Translation Matrix for valuta:

NounRelated TranslationsOther Translations
change herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers geldwissel
cote des changes herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers
cours du change herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers deviezenkoers
devises geldsoort; muntsoort; valuta deviezen; leuzen; lijfspreuken; motto's; parolen; zinspreuken
monnaie geldsoort; muntsoort; valuta Valuta; betaalmiddel; centen; duiten; geld; geldsoort; geldspecie; geldstuk; geldstukken; kleingeld; money; munt; munteenheid; muntspecie; muntstuk; penning; poen; wisselgeld
taux de conversion herleidingskoers; koers; valuta; wisselkoers conversieverhouding; deviezenkoers; omrekeningskoers
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
change omrekening van buitenlandse valuta; valutaomrekening

Wiktionary Translations for valuta:


Cross Translation:
FromToVia
valuta monnaie; numéraire; devise currency — money or other item used to facilitate transactions
valuta monnaie Währungstaatlich geregeltes Geldwesen

Valuta:

Valuta

  1. Valuta (money)
    la monnaie; Devise

Translation Matrix for Valuta:

NounRelated TranslationsOther Translations
monnaie Valuta; money betaalmiddel; centen; duiten; geld; geldsoort; geldspecie; geldstuk; geldstukken; kleingeld; munt; munteenheid; muntsoort; muntspecie; muntstuk; penning; poen; valuta; wisselgeld
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Devise Valuta; money

Related Translations for valuta