Interglot - collecteren: Dutch and French Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to French: more detail...

collecteren:
- recueillir des fonds; faire la quête; quêter
Wiktionary:
- collecteren → collecter, collectionner, ramasser, rassembler, recueillir
- collecteren → collectionner

Dutch

Detailed Translations for collecteren from Dutch to French

collecteren:

collecteren verb (collecteer, collecteert, collecteerde, collecteerden, gecollecteerd)

collecteren (geld inzamelen)
recueillir des fonds; faire la quête; quêter
- recueillir des fonds verb
- faire la quête verb
- quêter verb (quête, quêtes, quêtons, quêtez, quêtent, quêtais, quêtait, quêtions, quêtiez, quêtaient, quêtai, quêtas, quêta, quêtâmes, quêtâtes, quêtèrent, quêterai, quêteras, quêtera, quêterons, quêterez, quêteront)

Conjugations for collecteren:

o.t.t.

collecteer
collecteert
collecteert
collecteren
collecteren
collecteren

o.v.t.

collecteerde
collecteerde
collecteerde
collecteerden
collecteerden
collecteerden

v.t.t.

heb gecollecteerd
hebt gecollecteerd
heeft gecollecteerd
hebben gecollecteerd
hebben gecollecteerd
hebben gecollecteerd

v.v.t.

had gecollecteerd
had gecollecteerd
had gecollecteerd
hadden gecollecteerd
hadden gecollecteerd
hadden gecollecteerd

o.t.t.t.

zal collecteren
zult collecteren
zal collecteren
zullen collecteren
zullen collecteren
zullen collecteren

o.v.t.t.

zou collecteren
zou collecteren
zou collecteren
zouden collecteren
zouden collecteren
zouden collecteren

diversen

collecteer!
collecteert!
gecollecteerd
collecterend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for collecteren:

Verb	Related Translations	Other Translations
faire la quête	collecteren; geld inzamelen
quêter	collecteren; geld inzamelen
recueillir des fonds	collecteren; geld inzamelen

Wiktionary Translations for collecteren:

collecteren

verb

(overgankelijk) geld inzamelen door rondgang
- collecteren → collecter

collecteren

verb

Réunir en collections.
- collectionner → collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen
Faire un amas, un assemblage, une collection de choses.
- ramasser → collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; opeenhopen; ophopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen
assembler de nouveau des personnes, des bêtes ou des choses qui disperser.
- rassembler → afhalen; meebrengen; meenemen; vergaderen; medenemen; medebrengen; collecteren; innen; inzamelen; oogsten; plukken; rapen; verzamelen; groeperen; ophopen; opeenhopen; stapelen; opstapelen; opeenstapelen; tassen
(vieilli) rassembler les fruits d’une terre, en faire la récolte ; on dit plutôt « récolter ».
- recueillir → accepteren; aannemen; ontvangen; oogsten; collecteren; innen; inzamelen; plukken; rapen; verzamelen

Cross Translation:

From	To	Via
• collecteren	→ collectionner	↔ sammeln — systematisches Suchen, Erhalten und Aufbewahren einer abgegrenzten Art bzw. Kategorie bestimmter Gegenstände oder Informationen

External Machine Translations:

French

Detailed Translations for collecteren from French to Dutch

collecteren: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

collecte: inzameling; collecte; afhalen
rené: herboren
collecté: verzameld; bijeengebracht; ingezameld; gecollecteerd
collecter: ophalen; meenemen; afnemen; afhalen; wegnemen; weghalen; bijeen dragen