Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. mode:
  2. Wiktionary:
French to Dutch:   more detail...
  1. mode:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mode- from Dutch to French

mode:

mode [de ~] nomen

  1. de mode (trend)
    la vogue; la mode; la tendance

Translation Matrix for mode:

NounRelated TranslationsOther Translations
mode mode; trend modus; tonaliteit; toonaard; toonsoort
tendance mode; trend aandrift; drift; geest; gemoedstoestand; geneigdheid; gerichtheid op; gezindheid; hang; inclinatie; instinct; modeverschijnsel; neiging; oriëntatie op; stemming; strekking; tendens; tendentie; teneur; trend
vogue mode; trend manie; pathologische opgewondenheid; rage
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
mode modus

Related Words for "mode":

  • modes

Related Definitions for "mode":

  1. manier van kleden of gedragen die je overal ziet1
    • broeken met wijde pijpen zijn weer in de mode1

Wiktionary Translations for mode:

mode
noun
  1. de smaak waarin kleding en andere zaken op een moment het meest gewaardeerd worden
mode
noun
  1. Usage passager qui dépend du goût et du caprice

Cross Translation:
FromToVia
mode mode; vogue fashion — current (constantly changing) trend, favored for frivolous rather than practical, logical, or intellectual reasons
mode mode mode — style or fashion


Wiktionary Translations for mode-:

mode-

Related Translations for mode-



French

Detailed Translations for mode- from French to Dutch

mode:

mode [la ~] nomen

  1. la mode (vogue; tendance)
    de mode; de trend

mode [le ~] nomen

  1. le mode (tonalité; ton)
    de tonaliteit; de toonsoort; de toonaard
  2. le mode (façon)
    de modus

Translation Matrix for mode:

NounRelated TranslationsOther Translations
mode mode; tendance; vogue
modus façon; mode
tonaliteit mode; ton; tonalité
toonaard mode; ton; tonalité
toonsoort mode; ton; tonalité
trend mode; tendance; vogue intention; orientation; phénomène de mode; tendance; trend

Synonyms for "mode":


Wiktionary Translations for mode:

mode
noun
  1. Façon, manière, habitude collective, us ou coutume
  2. Usage passager qui dépend du goût et du caprice
  3. Les ajustements, les parures à la mode pour l’habillement des femmes
  4. Manière de faire
  5. Musique
  6. Linguistique
mode
noun
  1. de smaak waarin kleding en andere zaken op een moment het meest gewaardeerd worden
  2. het klankkarakter van een toonladder
  3. een stijgende of dalende opeenvolging van tonen
  4. een volgens bepaalde schema stijgende of dalende opeenvolging van tonen
  5. een stelsel van toonafstanden dat gebruikt wordt in een muziekstuk

Cross Translation:
FromToVia
mode modegril; manie; liefhebberij fad — phenomenon
mode mode fashion — current (constantly changing) trend, favored for frivolous rather than practical, logical, or intellectual reasons
mode trend; mode mode — style or fashion
mode wijs mood — in grammar
mode in zwang; modieus vogue — the prevailing fashion or style

Related Translations for mode-