Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. strook:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for strook from Dutch to French

strook:

strook [de ~ (m)] nomen

  1. de strook (volant)
    le volant; la bande; le froufrou
  2. de strook (banderol)
    la bande; la banderole; le ruban
  3. de strook (bies)
    le liséré; le filet; le scirpe; le galon; le jonc

strook

  1. strook
    la bande

Translation Matrix for strook:

NounRelated TranslationsOther Translations
bande banderol; strook; volant accumulatie; band; band van bandrecorder; bende; clan; coterie; gelid; groep; groep jongeren; hoop; horde; kliek; koppel; lijn; linie; meute; onderonsje; paar; reepje; rij; samenscholing; slagzij; spoel; stel; stelletje; streep; troep; verband; zwachteling
banderole banderol; strook serpentine; spandoek; vaantje; vlaggetje; wimpel
filet bies; strook beheer; bestuur; directie; draad; elektriciteitsdraad; filet; filetstuk; garen; geleiding; haasfilet; haasje; hechtdraad; kabel; kabelleiding; leiding; net; netwerk; sliert; slingervormig ding; snoer; snoertje; tennisnet; tongriem; valnet
froufrou strook; volant geritsel; geruis; gesuis; ritseling; ruis; suizing
galon bies; strook boordsel; elektriciteitsdraad; galon; omzoming; oplegsel; passement; snoer; snoertje; tres
jonc bies; strook oeverriet; riet; rietstengel; rotan
liséré bies; strook
ruban banderol; strook galon; haarband; haarlint; hoofdband; lint; omzoming; sluitband; tres
scirpe bies; strook
volant strook; volant vliegwiel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
volant vliegend; zwevend

Related Words for "strook":


Wiktionary Translations for strook:

strook
noun
  1. bande qui sert à ceindre le front et la tête.
  2. ligne tracer sur une surface.
  3. Bande d’une certaine largeur contrastant par rapport au fond.