Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: norm

Dutch and French Search Results for: norm

Summary

Dutch to French: more detail...

norm:
- norme; étalon; critère; règle; canon
Wiktionary:
- norm → norme

Dutch

Detailed Translations for norm from Dutch to French

norm:

norm [de ~] nomen

de norm (maatstaf; standaard)
la norme; l'étalon; le critère; la règle; le canon
- norme [la ~] nomen
- étalon [le ~] nomen
- critère [le ~] nomen
- règle [la ~] nomen
- canon [le ~] nomen
de norm (standaard)
le canon; l'étalon
- canon [le ~] nomen
- étalon [le ~] nomen
de norm
la norme
- norme [la ~] nomen

Translation Matrix for norm:

Noun	Related Translations	Other Translations
canon	maatstaf; norm; standaard	canon; geschut; gewichtstuk; kanon; kanonnen; stuk
critère	maatstaf; norm; standaard	beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; maatstaf; toetssteen; voorwaarde
norme	maatstaf; norm; standaard	laag; maatstaf; niveau; peil; plan; stand; toetssteen
règle	maatstaf; norm; standaard	duimstok; filter; gelid; handvest; lijn; liniaal; linie; maatstaf; maatstok; regel; rij; statuut; streep
étalon	maatstaf; norm; standaard	hengst; ijkgewicht; ijkmaat; ongesneden mannelijk paard; standaardmaat

Related Words for "norm":

normen

Related Definitions for "norm":

wat je als maat neemt¹
- de norm om te slagen is dat je een 8 moet halen voor deze test¹

Wiktionary Translations for norm:

norm

noun

stelsel van meestal ongeschreven gedragsregels, gebaseerd op een stelsel van waarden
- norm → norme

Related Translations for norm

norm bepalen

¹Muiswerk Woordenboek