Interglot - bord: Dutch and French Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

Dutch to French: more detail...

bord:
- assiette; tableau; tableau noir; panneau publicitaire
Wiktionary:
- bord → assiette, enseigne, panneau, planche, tableau
- bord → tableau noir, tableau, ardoise, compteur, plateau, planche, plat, assiette, signe, marqueur

French to Dutch: more detail...

bord:
- kant; rand; zijkant; zijde; flank; richel; zijde van een schip; omzoming; oplegsel; passement; galon; boordsel; horizon; kim; gezichtseinder; einder; rivieroever; rivierkant
Wiktionary:
- bord → grens, rand
- bord → rand, steile rand, kant, grens, kust, oever

Dutch

Detailed Translations for bord from Dutch to French

bord:

bord [het ~] nomen

het bord (eetbord)
l'assiette
- assiette [la ~] nomen
het bord (schoolbord)
le tableau; le tableau noir
- tableau [le ~] nomen
- tableau noir [le ~] nomen
het bord (reclamebord)
le panneau publicitaire
- panneau publicitaire [le ~] nomen

Translation Matrix for bord:

Noun	Related Translations	Other Translations
assiette	bord; eetbord	etensbakje; schoteltje
panneau publicitaire	bord; reclamebord
tableau	bord; schoolbord	afbeelden; afbeelding; beeld; descriptie; doek; foto; illustratie; lijst; matrix; nadere beschrijving; omschrijving; paneel; plaat; plaat in boek of tijdschrift; plaatje; portret; prent; scene; schilderij; schildering; schilderstuk; schoorsteenstuk; tabel; tableau; tafel; tafereel; uitbeelding
tableau noir	bord; schoolbord	tekenbord; tekenplank

Related Words for "bord":

borden

Related Definitions for "bord":

houten of kartonnen blad met vakjes¹
- zet het schaakbord maar vast klaar!¹
plaat met een tekst of een teken¹
- op het bord stond: verboden in te rijden¹
stuk servies waar je van eet¹
- ik kreeg aardappels op mijn bord¹

Wiktionary Translations for bord:

bord

noun

(vieilli) manière d’être assis ou placé.
- assiette → bord
marque, indice servir à faire reconnaître quelque chose. Dans ce sens, il ne s’employer qu’au pluriel dans la locution adverbiale À bonnes enseignes et la locution conjonctive À telles enseignes que.
- enseigne → bord; bordje; schild; uithangbord
Petit pan.
- panneau → bord; plank; tablet; beschot; dashboard; instrumentenbord; paneel; wagenschot; banner
ais de bois, mince et long
- planche → plank; bord; tablet; schap; bed; bloemperk; perk; tuinbed
peinture|fr peinture déplaçable exécuter sur un panneau de bois, sur une plaque de cuivre, sur une toile tendue sur un châssis, etc.
- tableau → tafel; lijst; tabel; bord; schoolbord

Cross Translation:

From	To	Via
• bord	→ tableau noir; tableau; ardoise	↔ blackboard — a surface that can be written upon with chalk
• bord	→ compteur	↔ board — device containing electrical switches
• bord	→ tableau; plateau; planche	↔ board — blackboard, whiteboard, etc.
• bord	→ plat; assiette	↔ dish — vessel for holding/serving food
• bord	→ plat	↔ dish — contents of such a vessel
• bord	→ assiette; plat	↔ plate — dish from which food is served or eaten
• bord	→ signe; marqueur	↔ sign — flat object bearing a message
• bord	→ assiette	↔ Teller — runder, meist flacher Teil des Essgeschirrs, auf dem die Speisen vor dem Verzehr angerichtet werden

External Machine Translations:

French

Detailed Translations for bord from French to Dutch

bord:

bord [le ~] nomen

le bord (côté)
de kant; de rand; de zijkant
- kant [de ~ (m)] nomen
- rand [de ~ (m)] nomen
- zijkant [de ~ (m)] nomen
le bord (côté; aile; flanc; rive; rebord)
de zijde; de zijkant; de flank
- zijde [de ~] nomen
- zijkant [de ~ (m)] nomen
- flank [de ~] nomen
le bord (rebord)
de richel; de rand
- richel [de ~] nomen
- rand [de ~ (m)] nomen
le bord (aile; côté; rive; flanc; rebord)
de flank; zijde van een schip
- flank [de ~] nomen
- zijde van een schip [znw.] nomen
le bord (galon; application; marge; lisière)
de omzoming; oplegsel; het passement; de galon; het boordsel
- omzoming [de ~ (v)] nomen
- oplegsel [znw.] nomen
- passement [het ~] nomen
- galon [de ~ (m)] nomen
- boordsel [het ~] nomen
le bord (horizon; rive; sonnerie; cloche; timbre; sonnette; clochette)
de horizon; de kim; de gezichtseinder; de einder
- horizon [de ~ (m)] nomen
- kim [de ~] nomen
- gezichtseinder [de ~ (m)] nomen
- einder [de ~ (m)] nomen
le bord (rive)
de rivieroever
- rivieroever [de ~ (m)] nomen
le bord (rive d'un fleuve; rive)
rivierkant
- rivierkant [znw.] nomen

Translation Matrix for bord:

Noun	Related Translations	Other Translations
boordsel	application; bord; galon; lisière; marge
einder	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
flank	aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
galon	application; bord; galon; lisière; marge	cordonnet; galon; liseré; passement; passepoil; ruban
gezichtseinder	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
horizon	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
kant	bord; côté	côté; dentelle; dentelle au fuseaux; flanc
kim	bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
omzoming	application; bord; galon; lisière; marge	cordonnet; galon; liseré; passement; passepoil; ruban
oplegsel	application; bord; galon; lisière; marge
passement	application; bord; galon; lisière; marge	dentelle; passement
rand	bord; côté; rebord	bordure; cadre; encadrement; lisière; orée
richel	bord; rebord
rivierkant	bord; rive; rive d'un fleuve
rivieroever	bord; rive
zijde	aile; bord; côté; flanc; rebord; rive	côté; flanc; soie
zijde van een schip	aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
zijkant	aile; bord; côté; flanc; rebord; rive

Synonyms for "bord":

accotement; bordure; côté; bas-côté; trottoir; arête; angle; nervure; ligne; berge; rebord; pourtour; banlieue; périphérie; contour; tour; liseré; orée; limite; rive; côte; bordée; salve; côtoyée; garniture; ornement; cordon; haie; barrière; carnèle; frange; ruban; borne; bornage; bout; lisière; cadre; extrémité; fin; commencement; périmètre; frontière; démarcation; passepoil; liséré; bande; littoral; rivage; côtier; marge; écart; distance; blanc; délai; margelle; plage; seuil; entrée; pas; passage

Wiktionary Translations for bord:

bord

noun

een al dan niet denkbeeldige scheidingslijn
- grens → frontière; limite; bord
de bovenkant van een bak of vat
- rand → bord

Cross Translation:

From	To	Via
• bord	→ rand	↔ border — the outer edge of something
• bord	→ rand; steile rand	↔ brink — edge
• bord	→ kant; rand	↔ edge — boundary line of a surface
• bord	→ grens	↔ edge — any sharp terminating border; a margin; a brink; extreme verge
• bord	→ kust; oever	↔ shore — land adjoining a large body of water
• bord	→ rand	↔ Krempe — unterer, wegstehender Rand eines Hutes
• bord	→ oever	↔ Ufer — Randbereich zwischen Gewässer und Land

bordé:

Synonyms for "bordé":

entouré; environné; ceinturé

External Machine Translations:

Related Translations for bord

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Dutch and French Search Results for: bord

Detailed Translations for bord from Dutch to French

bord:

bord [het ~] nomen

het bord (eetbord)

het bord (schoolbord)

het bord (reclamebord)

Translation Matrix for bord:

Related Words for "bord":

Related Definitions for "bord":

Wiktionary Translations for bord:

Detailed Translations for bord from French to Dutch

bord:

bord [le ~] nomen

le bord (côté)

le bord (côté; aile; flanc; rive; rebord)

le bord (rebord)

le bord (aile; côté; rive; flanc; rebord)

le bord (galon; application; marge; lisière)

le bord (horizon; rive; sonnerie; cloche; timbre; sonnette; clochette)

le bord (rive)

le bord (rive d'un fleuve; rive)

Translation Matrix for bord:

Synonyms for "bord":

Wiktionary Translations for bord:

bordé:

Synonyms for "bordé":

Related Translations for bord