Dutch

Detailed Translations for verbinding from Dutch to French

verbinding:

verbinding [de ~ (v)] nomen

  1. de verbinding (aaneensluiting; koppeling)
    la jonction; la combinaison; la réunion
  2. de verbinding (contact; aansluiting; connectie)
    la connexion; le contact; la ligne téléphonique; la liaison; la communication; la relation; la jonction; l'interface; le le rapport
  3. de verbinding (relatie; link; verband; )
    le lien; le rapport; la relation
  4. de verbinding (samenhang; correlatie; band; relatie; verband)
    la connexion; la cohérence; le rapport; la liaison; l'affinité; la corrélation; le lien; la réciprocité; la cohésion; la parenté; la relation; l'interaction; la consistance; l'analogie
  5. de verbinding (aaneenvoeging; samenvoeging)
    l'union; l'assemblage; la liaison; la réunion; la jonction
  6. de verbinding (samenvoeging; las)
    la soudure; le joint; la jonction; l'assemblage; le raccord
  7. de verbinding (aaneenkoppeling; koppeling)
    la connexion; la jonction; l'accouplement; la liaison; le raccord; la combinaison; l'assemblage
  8. de verbinding
    la connexion
  9. de verbinding

Translation Matrix for verbinding:

NounRelated TranslationsOther Translations
accouplement aaneenkoppeling; koppeling; verbinding koppelen; koppeling
affinité band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding aanverwantschap; affiniteit
analogie band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding analogie; eenheid; eenvormigheid; evenbeeld; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; gelijkvormigheid; monotonie; soortgelijkheid; uniformiteit
assemblage aaneenkoppeling; aaneenvoeging; koppeling; las; samenvoeging; verbinding accumulatie; assemblage; assembleren; bijeenlegging; hoop; montage; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; samenstelling; samenvoeging; stapel
cohérence band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding
cohésion band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding cohesie; hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid
combinaison aaneenkoppeling; aaneensluiting; koppeling; verbinding chemische verbinding; combinatie; kledingstuk; onderjurk; onderkleed; overall; reagens; samenstelling; werkkleding; werkpak
communication aansluiting; connectie; contact; verbinding aangifte; aankondigen; aankondiging; aanzeggen; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; convocatie; declaratie; gewag; informatie; informeren; inzage; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; openbare publicatie; opgave; opheldering; oproeping; publicatie; publikatie; relaas; statement; tijding; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; uitspraak; verklaring; vermelding; verwittiging
connexion aaneenkoppeling; aansluiting; band; connectie; contact; correlatie; koppeling; relatie; samenhang; verband; verbinding communicatie; schakeling
consistance band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding corpulentie; dikte; gezetheid; hechtheid; lijvigheid; onverbrekelijkheid; soliditeit; stevigheid; vastheid; zwaarlijvigheid
contact aansluiting; connectie; contact; verbinding aanraking; aanslag; communicatie; contact; contactpersoon; contactpersoonitem; impact; voeling
corrélation band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding correlatie; interactie; wisselwerking
interaction band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding correlatie; interactie; wisselwerking
interface aansluiting; connectie; contact; verbinding interface
joint las; samenvoeging; verbinding las; lasnaad; metselwerk; naad; stickie; voeg; voegwerk; welnaad
jonction aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; connectie; contact; koppeling; las; samenvoeging; verbinding aanvoegen; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; spoorwegknooppunt; verbinden; wegkruising; wegsplitsing
le rapport aansluiting; connectie; contact; verbinding
liaison aaneenkoppeling; aaneenvoeging; aansluiting; band; connectie; contact; correlatie; koppeling; relatie; samenhang; samenvoeging; verband; verbinding OLE/DDE-koppeling; affaire; afgesproken ontmoeting; afspraak; akkoord; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; connectie; federatie; gebondenheid; gegevensbinding; het gebonden zijn; koppelen; koppeling; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; schakel; slippertje; unie; verband; verbond; verdrag; verhouding; verkering
lien aansluiting; band; connectie; correlatie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding alliantie; bond; bondgenootschap; connectie; hyperlink; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; sluitband; verband; verbond
ligne téléphonique aansluiting; connectie; contact; verbinding telefoondraad; telefoonlijn
parenté band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding aanverwantschap; bloedverwant; familielid; relatie; stamverwantschap; verwantschap
raccord aaneenkoppeling; koppeling; las; samenvoeging; verbinding aansluitstuk; fitting; las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verbindingsstuk
rapport aansluiting; band; connectie; correlatie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding aankondigen; akkoord; band; bekendmaken; bericht; binding; bond; bondgenootschap; federatie; gebondenheid; geschiedenis; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; melden; notulen; ommegang; pact; rapport; referaat; relaas; relatie; reportage; unie; verbond; verdichtsel; verdrag; verhaal; verhaaltje; verhouding; verkering; verslag; vertelling; vertelsel; weergave
relation aansluiting; band; connectie; contact; correlatie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding affaire; akkoord; avontuurtje; band; bekende; bekende persoon; binding; bond; bondgenootschap; connectie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; kennis; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; schakel; slippertje; unie; verband; verbond; verdrag; verhouding; verkering; verwantschap
réciprocité band; correlatie; relatie; samenhang; verband; verbinding correlatie; interactie; wederkerigheid; wederzijdsheid; wisselwerking
réunion aaneensluiting; aaneenvoeging; koppeling; samenvoeging; verbinding beraadslaging; bijeenkomst; bijeenlegging; conferentie; manifestatie; overleg; samendoen; samenkomst; samenvoeging; samenzijn; seance; sessie; vergadering; zitting
soudure las; samenvoeging; verbinding las; lasnaad; overbrugging; soldeer; soldeerpasta; soldeersel; vloeimiddel; welnaad
union aaneenvoeging; samenvoeging; verbinding akkoord; alliantie; amalgamatie; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; bruiloftsdag; burgerlijke staat; coalitie; echt; echtverbintenis; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenwording; federatie; fusie; genootschap; harmonie; huwelijk; huwelijksdag; huwelijkse staat; liga; pact; saamhorigheidsgevoel; samendoen; samenklank; samensmelting; sociëteit; solidariteit; statenbond; trouwdag; unie; verbinden; verbond; verdrag; vereniging; versmelting
VerbRelated TranslationsOther Translations
liaison koppelen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Raccordement verbinding
interface interface
liaison koppelen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
joint bijeengevoegd; samengevoegd

Related Words for "verbinding":

  • verbindings

Wiktionary Translations for verbinding:

verbinding
noun
  1. verbinden of samenvoegen
  2. scheikunde

Cross Translation:
FromToVia
verbinding connexion connection — act of connecting
verbinding lien; rapport connection — point at which two or more things are joined
verbinding connexion connection — established communications or transportation link
verbinding jointure join — an intersection of piping or wiring; an interconnect
verbinding jointure; assemblage joint — point of a rigid joint, means of joining in carpentry
verbinding ligne line — telephone or network connection
verbinding lien; rapport; connexion link — connection
verbinding nexus nexus — connection

Related Translations for verbinding