Dutch
French
Detailed Translations for decimeter from French to Dutch
decimeter: (*Using Word and Sentence Splitter)
- décimer: dunnen; decimeren; minder talrijk maken; uitdunnen; wegkappen
- ter: driemaal
- ôter: uitlichten; nemen uit; uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; uitnemen; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; eruit nemen
Spelling Suggestions for: decimeter
External Machine Translations: