Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. oorspronkelijkheid:
  2. oorspronkelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oorspronkelijkheid from Dutch to French

oorspronkelijkheid:

oorspronkelijkheid [de ~ (v)] nomen

  1. de oorspronkelijkheid (originaliteit; oorspronkelijk zijn)
    l'originalité

Translation Matrix for oorspronkelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
originalité oorspronkelijk zijn; oorspronkelijkheid; originaliteit frisheid; nieuwheid; originaliteit

Related Words for "oorspronkelijkheid":


oorspronkelijkheid form of oorspronkelijk:


Translation Matrix for oorspronkelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
original buitenbeentje; eigenaardige; moederblad; onbekende; origineel; raar mens; rare; vreemd persoon; vreemde; vreemdeling; zonderling
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
authentique oorspronkelijk; origineel authentiek; echt; heus; kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; onvervalst; origineel; pure; puur; rein; werkelijk; zuiver; zuivere
original oorspronkelijk; origineel apart; authentiek; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; enig; enig in zijn soort; excentriek; excessief; extravagant; extreem; heel erg; hogelijk; indrukwekkend; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; ten zeerste; typisch; uitermate; uiterst; uniek; vreemd; zeer
- origineel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
d'une manière originale oorspronkelijk; origineel authentiek
originel oorspronkelijk; origineel authentiek
à l'origine oorspronkelijk; origineel

Related Words for "oorspronkelijk":

  • oorspronkelijkheid, oorspronkelijker, oorspronkelijkere, oorspronkelijkst, oorspronkelijkste, oorspronkelijke

Synonyms for "oorspronkelijk":


Antonyms for "oorspronkelijk":


Related Definitions for "oorspronkelijk":

  1. wat te maken heeft met het begin1
    • oorspronkelijk was deze deur blauw1
  2. niet van iemand overgenomen, niet nagemaakt1
    • dit is een oorspronkelijk kunstwerk1

Wiktionary Translations for oorspronkelijk:

oorspronkelijk
adjective
  1. Traductions à trier suivant le sens.
  2. Qui n’a pas été fait d’après un modèle et qui servir ou servira de modeler pour des copies ou des imitations.
adverb
  1. Au début.

Cross Translation:
FromToVia
oorspronkelijk autochtone; aborigène; indigène indigenous — born or engendered in, native to a land or region
oorspronkelijk autochtone; indigène native — characteristic of or relating to people inhabiting a region from the beginning
oorspronkelijk original original — first in a series
oorspronkelijk virginal; antique pristine — unspoiled
oorspronkelijk primordial primordialursprünglich, uranfänglich