Dutch
Suggestions for apporteren in Dutch
Spelling Suggestions for: apporteren
Wiktionary Translations for apporteren:
apporteren
verb
-
(overgankelijk) (een weggeworpen voorwerp of aangeschoten wild) terugbrengen
- apporteren → apporter
External Machine Translations:
French
Detailed Translations for apporteren from French to Dutch
apporteren: (*Using Word and Sentence Splitter)
- apporté: binnengebracht
- rené: herboren
- apporter: leveren; brengen; bezorgen; aanleveren; overhandigen; afleveren; toeleveren; meebrengen; langs brengen; bestellen; rondbrengen; thuisbezorgen; bijdragen; vorderen; vooruitkomen; erop vooruit gaan; naar boven brengen; naartoe brengen; naar boven dragen; opwaarts dragen; omhoogdragen; omhoogleiden; naar boven tillen
Spelling Suggestions for: apporteren
External Machine Translations: