Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verkoopster:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkoopster from Dutch to French

verkoopster:

verkoopster [de ~ (v)] nomen

  1. de verkoopster (winkelbediende; winkeljuffrouw; verkoper; cheffin; winkelmeisje)
    le vendeur; l'employé de magasin; la vendeuse

Translation Matrix for verkoopster:

NounRelated TranslationsOther Translations
employé de magasin cheffin; verkoopster; verkoper; winkelbediende; winkeljuffrouw; winkelmeisje winkelknecht
vendeur cheffin; verkoopster; verkoper; winkelbediende; winkeljuffrouw; winkelmeisje commis-voyageur; handelaar; handelsman; handelsreiziger; koopman; marskramer; venter; verkoper; vertegenwoordiger
vendeuse cheffin; verkoopster; verkoper; winkelbediende; winkeljuffrouw; winkelmeisje handelaar; handelsman; koopman

Wiktionary Translations for verkoopster:


Cross Translation:
FromToVia
verkoopster vendeuse Verkäuferin — weibliche Person, die etwas verkaufen (hat)
verkoopster vendeuse Verkäuferin — weiblicher berufsmäßiger Verkäufer
verkoopster vendeur; vendeuse seller — someone who sells