Dutch
French
Detailed Translations for Finland from French to Dutch
Finland: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fin: einde; slot; sluiting; beëindiging; eind; ontknoping; fijn; subtiel; end; dun; slank; finale; rank; tenger; fijngebouwd; meet; eindpunt; finish; eindstreep; finishlijn; slim; uitgeslapen; scherpzinnig; sluitstuk; schrander; slotstuk; laatste opvoering; eindigen; conclusie; scherp; fel; link; ophouden; staken; kappen; bijdehand; elegant; raak; uiteinde; afhaken; sluw; sierlijk; gevat; geslepen; delicaat; geraffineerd; uitscheiden; kwetsend; listig; gracieus; fijngevoelig; adrem; leep; slinks; vinnig; doortrapt; gewiekst; gehaaid; slotbeschouwing; fijnzinnig; hanig; pinnig; snedig; teergevoelig; snibbig; grievend; krenkend; arglistig; vlijmend; fijn van smaak; lichtgebouwd; teerbesnaard
- Åland: Åland
- Fin: Beëindigen