Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afvinken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afvinken from Dutch to French

afvinken:

afvinken [znw.] nomen

  1. afvinken (aankruisen; aanstrepen)

afvinken verb

  1. afvinken (vinken; aanstrepen)
    cocher; marquer; marquer d'un trait; marquer d'un point
    • cocher verb (coche, coches, cochons, cochez, )
    • marquer verb (marque, marques, marquons, marquez, )

Translation Matrix for afvinken:

NounRelated TranslationsOther Translations
fait de cocher aankruisen; aanstrepen; afvinken
fait de marquer d'un v aankruisen; aanstrepen; afvinken
marquer aanstrepen
VerbRelated TranslationsOther Translations
cocher aanstrepen; afvinken; vinken aankruisen; aanstippen; aantallen afstrepen; aantippen; merken; tippen; turven
marquer aanstrepen; afvinken; vinken aankruisen; aanstippen; aantippen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afzetten; begrenzen; bevestigen; branden; brandmerken; contrasteren; ergens aan bevestigen; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; taggen; tippen; typeren; van stigma's voorzien; vastmaken; vastzetten
marquer d'un point aanstrepen; afvinken; vinken aanroeren; aanstippen; aantippen; even aanraken; tippen
marquer d'un trait aanstrepen; afvinken; vinken aanstippen; aantippen; branden; brandmerken; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; markeren; tippen; typeren; van stigma's voorzien

Wiktionary Translations for afvinken:

afvinken
verb
  1. Marquer d’une coche, d’une entaille.

Cross Translation:
FromToVia
afvinken cocher check — to mark with a checkmark
afvinken cocher tick — make a tick mark