Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: monteur

Dutch and French Search Results for: monteur

Summary

Dutch to French: more detail...

monteur:
- mécanicien; assembleur
Wiktionary:
- monteur → monteur

French to Dutch: more detail...

monteur:
- Wiktionary:
  monteur → monteur
- Synonyms for "monteur":
  ajusteur; aléseur; outilleur; assembleur; compilateur; mécanicien; garagiste; mécano; dépanneur; conducteur; machiniste

Dutch

Detailed Translations for monteur from Dutch to French

monteur:

monteur [de ~ (m)] nomen

de monteur
le mécanicien; l'assembleur
- mécanicien [le ~] nomen
- assembleur [le ~] nomen

Translation Matrix for monteur:

Noun	Related Translations	Other Translations
assembleur	monteur
mécanicien	monteur	automonteur; technicus; technisch deskundige; werktuigkundige
Modifier	Related Translations	Other Translations
mécanicien		werktuigkundig

Related Words for "monteur":

monteurs

Related Definitions for "monteur":

wie apparaten in elkaar zet en repareert¹
- de machine doet het niet, er moet een monteur komen¹

Wiktionary Translations for monteur:

monteur

noun

beroep|nld, techniek|nld deskundige die machines, apparaten, leidingen e.d. in elkaar zet of herstelt
- monteur → monteur

French

Detailed Translations for monteur from French to Dutch

monteur: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

monté: opgekomen; opgereden
EUR: EUR

monteur:

Synonyms for "monteur":

ajusteur; aléseur; outilleur; assembleur; compilateur; mécanicien; garagiste; mécano; dépanneur; conducteur; machiniste

Wiktionary Translations for monteur:

monteur

noun

beroep|nld, techniek|nld deskundige die machines, apparaten, leidingen e.d. in elkaar zet of herstelt
- monteur → monteur

¹Muiswerk Woordenboek