Dutch

Detailed Translations for moord from Dutch to French

moord:

moord [de ~] nomen

  1. de moord (liquidatie; executie)
    le meurtre; l'assassinat; la liquidation; l'exécution

Translation Matrix for moord:

NounRelated TranslationsOther Translations
assassinat executie; liquidatie; moord sluipmoord
exécution executie; liquidatie; moord afmaken; afslachten; afslachting; executie; operatie; prestatie; slachting; strafuitvoering; tenuitvoerlegging; terechtstelling; uitvoeren; uitvoering; verrichting; volbrengen; voltrekking; voltrekking van de straf
liquidation executie; liquidatie; moord afschaffing; afwikkelen; afwikkeling; liquidatie; opheffing; opheffingsuitverkoop; opruiming; opruimingsuitverkoop; uitverkoop; vernietiging; zaakafwikkeling
meurtre executie; liquidatie; moord manslag; schieten; vuren

Related Words for "moord":


Related Definitions for "moord":

  1. het opzettelijk doden van iemand1
    • het was geen ongeluk, het was moord1

Wiktionary Translations for moord:

moord
noun
  1. het opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven beroven
moord
Cross Translation:
FromToVia
moord assassinat assassination — killing or murder for political reasons
moord cadavre; victime kill — result of killing
moord homicide; meurtre murder — an act of deliberate killing
moord meurtre murder — the crime of deliberate killing
moord meurtre MordRecht: vorsätzliche Tötung einer Person unter qualifizierten Umständen. Nach deutschem Strafrecht ist ein Mörder, wer aus Mordlust, zur Befriedigung des Geschlechtstriebs, aus Habgier oder sonst aus niedrigen Beweggründen, heimtückisch oder grausam oder mit gemeingefährlichen Mitteln oder um eine andere Strafta

moord form of moorden:

moorden verb (moord, moordt, moordde, moordden, gemoord)

  1. moorden (vermoorden; afmaken; afslachten; )
    assassiner; tuer; couper la gorge à; anéantir; serrer la gorge; exterminer; perfectionner; décharger; égorger
    • assassiner verb (assassine, assassines, assassinons, assassinez, )
    • tuer verb (tue, tues, tuons, tuez, )
    • anéantir verb (anéantis, anéantit, anéantissons, anéantissez, )
    • exterminer verb (extermine, extermines, exterminons, exterminez, )
    • perfectionner verb (perfectionne, perfectionnes, perfectionnons, perfectionnez, )
    • décharger verb (décharge, décharges, déchargons, déchargez, )
    • égorger verb (égorge, égorges, égorgeons, égorgez, )

Conjugations for moorden:

o.t.t.
  1. moord
  2. moordt
  3. moordt
  4. moorden
  5. moorden
  6. moorden
o.v.t.
  1. moordde
  2. moordde
  3. moordde
  4. moordden
  5. moordden
  6. moordden
v.t.t.
  1. heb gemoord
  2. hebt gemoord
  3. heeft gemoord
  4. hebben gemoord
  5. hebben gemoord
  6. hebben gemoord
v.v.t.
  1. had gemoord
  2. had gemoord
  3. had gemoord
  4. hadden gemoord
  5. hadden gemoord
  6. hadden gemoord
o.t.t.t.
  1. zal moorden
  2. zult moorden
  3. zal moorden
  4. zullen moorden
  5. zullen moorden
  6. zullen moorden
o.v.t.t.
  1. zou moorden
  2. zou moorden
  3. zou moorden
  4. zouden moorden
  5. zouden moorden
  6. zouden moorden
diversen
  1. moord!
  2. moordt!
  3. gemoord
  4. moordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for moorden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
anéantir afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afbreken; breken; neerhalen; omverhalen; slopen; uit elkaar halen; uitroeien; verdelgen
assassiner afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afmaken; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; koudmaken; liquideren; om het leven brengen; ombrengen; uit de weg ruimen; van kant maken; vermoorden
couper la gorge à afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden slachten
décharger afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden aan de dijk zetten; afdanken; afladen; afreageren; afscheiden; afschieten; afvloeien; afvoeren; afvuren; bliksemen; congé geven; dechargeren; ecarteren; eruit gooien; flitsen; iets uitladen; ledigen; leeggieten; leegmaken; leegstorten; lichten; lossen; lozen; luchten; neerhalen; neersabelen; neerschieten; onschuldig verklaren; ontheffen; ontladen; ontslaan; oplichten; schieten; schieten op; schoten lossen; uitgieten; uitladen; uitscheiden; uitschenken; uitstoten; uitsturen; uitwerpen; van zijn positie verdrijven; verzenden; vrijpleiten; vrijspreken; vuren; weerlichten; wegsturen; wegzenden; zuiveren
exterminer afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden uitroeien; verdelgen
perfectionner afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afmaken; beteren; bijschaven; bijwerken; completeren; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; perfectioneren; renoveren; repareren; verbeteren; veredelen; verfijnen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
serrer la gorge afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden
tuer afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afknallen; afmaken; afschieten; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; fusilleren; koudmaken; liquideren; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; overhoopschieten; slachten; uit de weg ruimen; van kant maken; vermoorden
égorger afmaken; afslachten; doden; moorden; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden afmaken; de keel toeknijpen; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; executeren; liquideren; om het leven brengen; ombrengen; slachten; van kant maken; vermoorden; wurgen
OtherRelated TranslationsOther Translations
égorger kelen

Related Words for "moorden":


Wiktionary Translations for moorden:

moorden
verb
  1. rondgaan om moorden te plegen
moorden
Cross Translation:
FromToVia
moorden homicide; assassinat; meurtre kill — act of killing

Related Translations for moord