Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nerveus:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nerveus from Dutch to French

nerveus:

nerveus adj

  1. nerveus (zenuwachtig)
  2. nerveus (onrustig)

Translation Matrix for nerveus:

NounRelated TranslationsOther Translations
nerveux neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- zenuwachtig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chauffé nerveus; onrustig geagiteerd; koorts hebbend; koortsachtig; koortsig; levendig; opgewarmd; verhit
nerveux nerveus; onrustig; zenuwachtig gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; ongedurig; onrustig; roerig; schichtig; schrikachtig; vreesachtig; woelig
échauffé nerveus; onrustig geagiteerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; koorts hebbend; koortsachtig; koortsig; levendig; verhit; vurig

Related Words for "nerveus":

  • nerveusheid

Synonyms for "nerveus":


Antonyms for "nerveus":


Related Definitions for "nerveus":

  1. angstig omdat het verkeerd af kan lopen1
    • ik ben altijd nerveus voor een examen1

Wiktionary Translations for nerveus:

nerveus
adjective
  1. lijdend aan gespannen zenuwen

Cross Translation:
FromToVia
nerveus nerveux jumpy — nervous and excited
nerveus nerveux nervous — anxious
nerveus nerveux; agité nervös — (krankhaft) reizbar, erregbar, gereizt, unruhig, zerfahren

External Machine Translations:

Related Translations for nerveus