Interglot - tweestrijd: Dutch and French Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

Dutch to French: more detail...

tweestrijd:
- hésitation; doute; irrésolution; dubitation; indécision; zizanie; désunion; discorde; division
Wiktionary:
- tweestrijd → duel, débat intérieur

Dutch

Detailed Translations for tweestrijd from Dutch to French

tweestrijd:

tweestrijd [de ~ (m)] nomen

de tweestrijd (besluiteloosheid; twijfel; weifeling)
l'hésitation; le doute; l'irrésolution; la dubitation; l'indécision
- hésitation [la ~] nomen
- doute [le ~] nomen
- irrésolution [la ~] nomen
- dubitation [la ~] nomen
- indécision [la ~] nomen
de tweestrijd (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; schisma; conflict; onenigheid; tweespalt; twist)
la zizanie; la désunion; la discorde; la division
- zizanie [la ~] nomen
- désunion [la ~] nomen
- discorde [la ~] nomen
- division [la ~] nomen

Translation Matrix for tweestrijd:

Noun	Related Translations	Other Translations
discorde	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	botsing; conflict; debat; disharmonie; dispuut; doolhof; geschil; gespletenheid; gevecht; kamp; labyrint; meningsverschil; misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede; redestrijd; redetwist; ruzie; strijd; tweedracht; tweespalt; twist; twistgesprek; verdeeldheid; warboel; warnet; woordenstrijd; woordenwisseling; worsteling
division	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	afdeling; bestuursregio; departement; detachement; divisie; gespletenheid; maken van onderscheid; onderscheiding; opdeling; sectie; tak; tweedracht; tweespalt; vakgroep; verdeeldheid; verdeling
doute	besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling	aarzeling; twijfel; twijfeling; weifeling
dubitation	besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling
désunion	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
hésitation	besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling	aarzeling; blijven steken; haperen; twijfel; twijfeling; twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid; weifeling
indécision	besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling	aarzeling; halfheid; twijfeling; twijfelmoedigheid; wankelmoedigheid; weifeling
irrésolution	besluiteloosheid; tweestrijd; twijfel; weifeling	aarzeling; twijfeling; weifeling
zizanie	conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete	gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid

Wiktionary Translations for tweestrijd:

tweestrijd

noun

conflict tussen twee mensen
- tweestrijd → duel
inwendige strijd bij het maken van een keuze
- tweestrijd → débat intérieur

External Machine Translations:

Remove Ads

Dutch and French Search Results for: tweestrijd

Detailed Translations for tweestrijd from Dutch to French

tweestrijd:

tweestrijd [de ~ (m)] nomen

de tweestrijd (besluiteloosheid; twijfel; weifeling)

de tweestrijd (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; scheuring; vete; schisma; conflict; onenigheid; tweespalt; twist)

Translation Matrix for tweestrijd:

Wiktionary Translations for tweestrijd: