Summary
Dutch
Detailed Translations for scheutje from Dutch to French
scheutje:
-
het scheutje
Translation Matrix for scheutje:
Noun | Related Translations | Other Translations |
coup | scheutje | beurse plek; bluts; botsing; coup; deuk; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klokslag; klop; knal; kwak; lel; mep; messteek; muilpeer; opdonder; opduvel; opeen knallen; oplawaai; peut; por; putsch; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; schop; slag; slok; smak; staatsgreep; steek; stoot; stootje; teug; tik; toegebrachte klap; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet |
pousse | scheutje | rank; uitloper |
rien | scheutje | bagatel; dingetje; flinter; floers; futiliteit; kleinigheid; krats; niemendalletje; onbelangrijk iets; peulenschil; schijntje; snufje; spotprijs; vleugje; waas; wissewasje; zweem |
soupçon | scheutje | beschuldiging; glimp; verdenking; vermoeden; veronderstelling; vleugje; voorgevoel; wantrouwen; zier |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
rien | niets; niks |
Related Words for "scheutje":
scheut:
-
de scheut (stekje; spruit; loot)
-
de scheut (plantestekje; spruit; jonge plant; schoot; stek)
Translation Matrix for scheut:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bouture | jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje | |
rejeton | loot; scheut; spruit; stekje | afstammeling; nakomeling; telg |