Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verwant:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwant from Dutch to French

verwant:

verwant adj

  1. verwant (gerelateerd)

Translation Matrix for verwant:

NounRelated TranslationsOther Translations
allié bondgenoot; geallieerde; handlanger; medestander; trawant; voorstander
proche naaste
ModifierRelated TranslationsOther Translations
allié gerelateerd; verwant aaneengesloten; een eenheid vormend; geallieerd; samenhangend; verbonden; verenigd
apparenté gerelateerd; verwant aangetrouwd; geallieerd
familial gerelateerd; verwant gezellig; huiselijk; knus; knusjes
proche gerelateerd; verwant aangrenzend; aankomend; aanpalend; aanstaand; belendend; dichtbij; geallieerd; in de buurt; nabij; nabije; nabijgelegen; toekomend; toekomstig; toekomstige; vlakbij

Related Words for "verwant":

  • verwante

Related Definitions for "verwant":

  1. hij of zij is familie van je1
    • wij zijn verwanten van elkaar1

Wiktionary Translations for verwant:

verwant
noun
  1. (au pluriel) Le père et la mère, collectivement (c’est la signification étymologique et propre).

Cross Translation:
FromToVia
verwant apparenté akin — of the same kin; related by blood
verwant cognat cognate — word derived from the same roots as a given word