Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verzorger:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verzorger from Dutch to French

verzorger:

verzorger [de ~ (m)] nomen

  1. de verzorger (dierverzorger)
    le soigneur; le gardien; le garde-malade; le gardien d'animaux

Translation Matrix for verzorger:

NounRelated TranslationsOther Translations
garde-malade dierverzorger; verzorger broeder; broer; verpleegster; zuster
gardien dierverzorger; verzorger amanuensis; beschermer; bewaarder; bewaker; cipier; conciërge; conservator; die wakker is; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kraaiennest; mandekker; oppasser; poortwachter; portier; schildwacht; schoolbewaarder; suppoost; uitkijk; verdediger; wacht; wachter; wakker; wie beschermt; zaalwachter
gardien d'animaux dierverzorger; verzorger
soigneur dierverzorger; verzorger

Related Words for "verzorger":

  • verzorgers

Wiktionary Translations for verzorger:


Cross Translation:
FromToVia
verzorger soignante; soignant carer — someone who looks after another