Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. beroep doen op:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for een beroep doen op from Dutch to French

beroep doen op:

beroep doen op [znw.] nomen

  1. beroep doen op
    l'appel

beroep doen op verb (doe beroep op, doet beroep op, deed beroep op, deden beroep op, beroep gedaan op)

  1. beroep doen op
    faire appel à; solliciter; appeler
    • solliciter verb (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, )
    • appeler verb (appelle, appelles, appelons, appelez, )

Conjugations for beroep doen op:

o.t.t.
  1. doe beroep op
  2. doet beroep op
  3. doet beroep op
  4. doen beroep op
  5. doen beroep op
  6. doen beroep op
o.v.t.
  1. deed beroep op
  2. deed beroep op
  3. deed beroep op
  4. deden beroep op
  5. deden beroep op
  6. deden beroep op
v.t.t.
  1. heb beroep gedaan op
  2. hebt beroep gedaan op
  3. heeft beroep gedaan op
  4. hebben beroep gedaan op
  5. hebben beroep gedaan op
  6. hebben beroep gedaan op
v.v.t.
  1. had beroep gedaan op
  2. had beroep gedaan op
  3. had beroep gedaan op
  4. hadden beroep gedaan op
  5. hadden beroep gedaan op
  6. hadden beroep gedaan op
o.t.t.t.
  1. zal beroep doen op
  2. zult beroep doen op
  3. zal beroep doen op
  4. zullen beroep doen op
  5. zullen beroep doen op
  6. zullen beroep doen op
o.v.t.t.
  1. zou beroep doen op
  2. zou beroep doen op
  3. zou beroep doen op
  4. zouden beroep doen op
  5. zouden beroep doen op
  6. zouden beroep doen op
diversen
  1. doe beroep op!
  2. doet beroep op!
  3. beroep gedaan op
  4. beroep doend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for beroep doen op:

NounRelated TranslationsOther Translations
appel beroep doen op appel; appèl; bekendmaking; bellen; bericht; beroep juridisch; boodschap; convocatie; geroep; geschreeuw; gewag; informatie; inroeping; kennisgeving; lokroep; loktoon; mededeling; melding; naamafroeping; opbellen; opgave; oproep; oproeping; relaas; roep; roepstem; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging; wegroepen; wekroep
VerbRelated TranslationsOther Translations
appeler beroep doen op aanroepen; aantekenen; appelleren; appèl aantekenen; bellen; benoemen; bestempelen; betitelen; binnen halen; binnenroepen; dagvaarden; door de telefoon praten; een naam geven; erbij halen; erbij roepen; iemand opbellen; inroepen; laten komen; noemen; ontbieden; opbellen; oproepen; praaien; roepen; sommeren; telefoneren; telefoontje plegen; tevoorschijn roepen; toeroepen; vernoemen; verzet aantekenen
faire appel à beroep doen op aanroepen; erbij halen; erbij roepen; inroepen; inviteren
solliciter beroep doen op aandringen; aanvragen; aanzoeken; bevragen; rekwestreren; solliciteren; uitnodigen; verzoeken; vragen

Wiktionary Translations for beroep doen op:


Cross Translation:
FromToVia
beroep doen op appeler appeal — to call upon another to decide a question controverted, to corroborate a statement, to vindicate one's rights, etc


Wiktionary Translations for een beroep doen op:

een beroep doen op

External Machine Translations:

Related Translations for een beroep doen op