Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. flessentrekker:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for flessentrekker from Dutch to French

flessentrekker:

flessentrekker [de ~ (m)] nomen

  1. de flessentrekker
    le trompeur; l'imposteur; l'escroc; le carambouilleur; le dupeur

Translation Matrix for flessentrekker:

NounRelated TranslationsOther Translations
carambouilleur flessentrekker
dupeur flessentrekker bedrieger; fraudeur; oplichter; zwendelaar
escroc flessentrekker bedrieger; chanteur; fraudeur; oplichter; zwendelaar
imposteur flessentrekker bedrieger; fraudeur; oplichter; zwendelaar
trompeur flessentrekker bedrieger; fraudeur; jokkebrok; leugenaar; leugenbeest; misleider; oplichter; zwendelaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
trompeur bedrieglijk; illusoir; misleidend

Related Words for "flessentrekker":


Wiktionary Translations for flessentrekker:

flessentrekker
noun
  1. escroc qui revend de la marchandise non payée.