Dutch

Detailed Translations for ijselijk from Dutch to French

ijselijk:


Translation Matrix for ijselijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
malicieux bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
sinistre catastrofe; ramp; schadegeval
OtherRelated TranslationsOther Translations
malicieux boosaardig; slecht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
de façon sinistre huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend akelig; dreigend; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister
effroyable huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend angstaanjagend; angstwekkend; geducht; gevaarlijk; ontzettend; verschrikkelijk; vervaarlijk; vreeswekkend; vreselijk
malicieusement huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend bengelachtig; boefachtig; boosaardig; duivelachtig; duivels; gemeen; gluiperig; guitig; kwaadaardig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; schurkachtig; snaaks; spotachtig; vals
malicieux huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend arglistig; bengelachtig; boefachtig; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; gemeen; geraffineerd; geslepen; gluiperig; guitig; hatelijk; kwaadaardig; kwajongensachtig; leep; link; listig; malicieus; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; schurkachtig; serpentachtig; slinks; sluw; snaaks; spotachtig; stekelig; ten onrechte; vals; verkeerd; verraderlijk; vijandig
maligne huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend bijdehand; boosaardig; duivelachtig; duivels; geniaal; kien; kwaadaardig; pienter; slim; spits; uitgekookt; vernuftig
qui donne le frisson huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend akelig; angstaanjagend; beangstigend; dreigend; duister; eng; griezelig; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister
sinistre huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend akelig; beangstigend; donker; dreigend; dubieus; duister; eng; glibberig; griezelig; huiveringwekkend; luguber; macaber; naargeestig; obscuur; onguur; onheilspellend; sinister; somber; spookachtig; triest; troosteloos; verdacht; zwaarmoedig
terriblement huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend bliksems; ijzingwekkend; ontzettend; schrikaanjagend; schrikbarend; schrikwekkend; verdraaid; verduiveld; verschrikkelijk; vreselijk
à faire fremir huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend
épuvantablement huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend

Related Words for "ijselijk":

  • ijselijkheid, ijselijkst, ijselijkste, ijselijke