Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. knikken:
  2. knik:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for knikken from Dutch to French

knikken:

knikken verb (knik, knikt, knikte, knikten, geknikt)

  1. knikken (jaknikken)

Conjugations for knikken:

o.t.t.
  1. knik
  2. knikt
  3. knikt
  4. knikken
  5. knikken
  6. knikken
o.v.t.
  1. knikte
  2. knikte
  3. knikte
  4. knikten
  5. knikten
  6. knikten
v.t.t.
  1. heb geknikt
  2. hebt geknikt
  3. heeft geknikt
  4. hebben geknikt
  5. hebben geknikt
  6. hebben geknikt
v.v.t.
  1. had geknikt
  2. had geknikt
  3. had geknikt
  4. hadden geknikt
  5. hadden geknikt
  6. hadden geknikt
o.t.t.t.
  1. zal knikken
  2. zult knikken
  3. zal knikken
  4. zullen knikken
  5. zullen knikken
  6. zullen knikken
o.v.t.t.
  1. zou knikken
  2. zou knikken
  3. zou knikken
  4. zouden knikken
  5. zouden knikken
  6. zouden knikken
diversen
  1. knik!
  2. knikt!
  3. geknikt
  4. knikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for knikken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
faire signe de tête jaknikken; knikken
faire signe que oui jaknikken; knikken

Related Words for "knikken":


Related Definitions for "knikken":

  1. hoofd op en neer bewegen om ja te zeggen of te groeten1
    • de leraar knikte dat het goed was1

Wiktionary Translations for knikken:

knikken
verb
  1. Faire un signe de salutation ou d’acquiescement ; opiner.

Cross Translation:
FromToVia
knikken hocher; dodeliner la tête nod — incline the head up and down

knikken form of knik:

knik [de ~ (m)] nomen

  1. de knik (knak)
    la brisure; la fêlure; le crac
  2. de knik (strubbeling)
    la difficulté

Translation Matrix for knik:

NounRelated TranslationsOther Translations
brisure knak; knik
crac knak; knik
difficulté knik; strubbeling gelazer; ingewikkeldheid; lastigheid; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem; trammelant
fêlure knak; knik barst; breuk; krak; scheur

Related Words for "knik":