Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aanvaringen:
  2. aanvaring:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanvaringen from Dutch to French

aanvaringen:

aanvaringen [de ~] nomen, plural

  1. de aanvaringen (ruzies)
    la querelles; la disputes

Translation Matrix for aanvaringen:

NounRelated TranslationsOther Translations
disputes aanvaringen; ruzies gebakkelei; gehakketak; gekif; gekijf; gekrakeel; gemuggezift; geruzie; haarkloverij
querelles aanvaringen; ruzies gebakkelei; gehakketak; geharrewar; gekif; gekijf; gekrakeel; geruzie

Related Words for "aanvaringen":


aanvaring:

aanvaring [de ~ (v)] nomen

  1. de aanvaring (botsing)
    la collision; l'abordage

Translation Matrix for aanvaring:

NounRelated TranslationsOther Translations
abordage aanvaring; botsing
collision aanvaring; botsing aanrijding; botsing; collisie; conflict; onenigheid; opeen knallen; ruzie; twist

Related Words for "aanvaring":


Wiktionary Translations for aanvaring:

aanvaring
Cross Translation:
FromToVia
aanvaring carambolage Karambolage — Zusammenstoß (mit einem Fahrzeug)