Summary


Dutch

Detailed Translations for afgraven from Dutch to French

afgraven:

afgraven verb (graaf af, graaft af, groef af, groeven af, afgegraven)

  1. afgraven
    déblayer
    • déblayer verb (déblaie, déblaies, déblayons, déblayez, )

Conjugations for afgraven:

o.t.t.
  1. graaf af
  2. graaft af
  3. graaft af
  4. graven af
  5. graven af
  6. graven af
o.v.t.
  1. groef af
  2. groef af
  3. groef af
  4. groeven af
  5. groeven af
  6. groeven af
v.t.t.
  1. heb afgegraven
  2. hebt afgegraven
  3. heeft afgegraven
  4. hebben afgegraven
  5. hebben afgegraven
  6. hebben afgegraven
v.v.t.
  1. had afgegraven
  2. had afgegraven
  3. had afgegraven
  4. hadden afgegraven
  5. hadden afgegraven
  6. hadden afgegraven
o.t.t.t.
  1. zal afgraven
  2. zult afgraven
  3. zal afgraven
  4. zullen afgraven
  5. zullen afgraven
  6. zullen afgraven
o.v.t.t.
  1. zou afgraven
  2. zou afgraven
  3. zou afgraven
  4. zouden afgraven
  5. zouden afgraven
  6. zouden afgraven
diversen
  1. graaf af!
  2. graaft af!
  3. afgegraven
  4. afgravende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afgraven [znw.] nomen

  1. afgraven (afgraving)
    le déblaiement; le terrain déblayé; le déblai

Translation Matrix for afgraven:

NounRelated TranslationsOther Translations
déblai afgraven; afgraving
déblaiement afgraven; afgraving
terrain déblayé afgraven; afgraving
VerbRelated TranslationsOther Translations
déblayer afgraven