Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/French
->Translate babbeltje
Translate
babbeltje
from Dutch to French
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to French:
more detail...
babbeltje:
entretien
;
bavardage
;
parler
;
conversation
;
causerie
;
brin de causette
;
causette
;
papotage
Dutch
Detailed Translations for
babbeltje
from Dutch to French
babbeltje:
babbeltje
[
het ~
]
nomen
het babbeltje
(
praatje
;
causerie
;
gebabbel
)
l'
entretien
;
le
bavardage
;
le
parler
;
la
conversation
;
la
causerie
;
le
brin de causette
entretien
[
le ~
]
nomen
bavardage
[
le ~
]
nomen
parler
[
le ~
]
nomen
conversation
[
la ~
]
nomen
causerie
[
la ~
]
nomen
brin de causette
[
le ~
]
nomen
het babbeltje
(
kout
;
praatje
;
gekeuvel
)
la
causette
;
le
bavardage
;
la
causerie
;
le
papotage
causette
[
la ~
]
nomen
bavardage
[
le ~
]
nomen
causerie
[
la ~
]
nomen
papotage
[
le ~
]
nomen
Translation Matrix for babbeltje:
Noun
Related Translations
Other Translations
bavardage
babbeltje
;
causerie
;
gebabbel
;
gekeuvel
;
kout
;
praatje
achterklap
;
gebabbel
;
gekeuvel
;
geklap
;
geklep
;
geklets
;
gekout
;
gekwebbel
;
gepraat
;
geroddel
;
gesprek
;
indiscretie
;
klap
;
klets
;
kwaadsprekerij
;
laster
;
lastering
;
lasterpraatje
;
loslippigheid
;
mondeling onderhoud
;
praat
;
praatje
;
praatjes
;
prietpraat
;
roddel
;
roddelpraat
;
roddels
;
stof tot gepraat
;
zeveren
;
zwartmaken
brin de causette
babbeltje
;
causerie
;
gebabbel
;
praatje
praat
causerie
babbeltje
;
causerie
;
gebabbel
;
gekeuvel
;
kout
;
praatje
gebabbel
;
gekeuvel
;
geklets
;
gekout
;
gekwebbel
;
gepraat
;
gesprek
;
mondeling onderhoud
;
praat
causette
babbeltje
;
gekeuvel
;
kout
;
praatje
conversation
babbeltje
;
causerie
;
gebabbel
;
praatje
besprekingen
;
chat
;
chatgesprek
;
conversatie
;
dialoog
;
discussie
;
gesprek
;
interview
;
mondeling onderhoud
;
samenspraak
;
samenspraken
;
tweegesprek
;
tweespraak
;
vergaderingen
;
vraaggesprek
entretien
babbeltje
;
causerie
;
gebabbel
;
praatje
conversatie
;
dialoog
;
discussie
;
gesprek
;
in goede staat houden
;
interview
;
kost
;
mondeling onderhoud
;
onderhoud
;
onderhoudsgeld
;
samenspraak
;
tweegesprek
;
tweespraak
;
verzorging
;
voedsel
;
vraaggesprek
papotage
babbeltje
;
gekeuvel
;
kout
;
praatje
achterklap
;
gebabbel
;
gebazel
;
gekeuvel
;
geklap
;
geklep
;
geklets
;
gekout
;
gekwebbel
;
geleuter
;
gelul
;
gepraat
;
geroddel
;
gewauwel
;
gezwam
;
gezwets
;
klap
;
klets
;
kwaadsprekerij
;
laster
;
lastering
;
lasterpraatje
;
leuterpraat
;
praatje
;
praatjes
;
roddel
;
roddelpraat
;
roddels
;
stof tot gepraat
;
zwartmaken
parler
babbeltje
;
causerie
;
gebabbel
;
praatje
Verb
Related Translations
Other Translations
parler
babbelen
;
communiceren
;
een conversatie hebben
;
in contact staan
;
kakelen
;
klappen
;
kletsen
;
kwebbelen
;
kwekken
;
kwetteren
;
praten
;
snateren
;
speechen
;
spreken
;
uitdrukken
;
uitdrukking geven aan
;
uiten
;
uiting geven aan
;
verhaal vertellen
;
verhalen
;
vertellen
;
vertolken
;
verwoorden
;
wauwelen
;
zwammen
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads