Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bevalling:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevalling from Dutch to French

bevalling:

bevalling [de ~ (v)] nomen

  1. de bevalling (geboorte; verlossing)
    la naissance; l'accouchement; la délivrance; la parturition; la couches

Translation Matrix for bevalling:

NounRelated TranslationsOther Translations
accouchement bevalling; geboorte; verlossing
couches bevalling; geboorte; verlossing kraambed
délivrance bevalling; geboorte; verlossing afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; bevrijding; ontzetting; redding; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verlossing; verstrekking; vrijmaking; zaligheid
naissance bevalling; geboorte; verlossing
parturition bevalling; geboorte; verlossing

Wiktionary Translations for bevalling:

bevalling
noun
  1. het baren van een kind
bevalling
noun
  1. reproduction|fr action d’accoucher.