Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bewaarder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bewaarder from Dutch to French

bewaarder:

bewaarder [de ~ (m)] nomen

  1. de bewaarder (conservator)
    le conservateur; le gardien; le dépositaire

Translation Matrix for bewaarder:

NounRelated TranslationsOther Translations
conservateur bewaarder; conservator conserveringsmiddel
dépositaire bewaarder; conservator depothouder; inbrenger; inlegger; inlegster; spaarder
gardien bewaarder; conservator amanuensis; beschermer; bewaker; cipier; conciërge; die wakker is; dierverzorger; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; kraaiennest; mandekker; oppasser; poortwachter; portier; schildwacht; schoolbewaarder; suppoost; uitkijk; verdediger; verzorger; wacht; wachter; wakker; wie beschermt; zaalwachter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
conservateur conservatief; voorzichtig; zorgvuldig

Related Words for "bewaarder":

  • bewaarders

Wiktionary Translations for bewaarder:

bewaarder
Cross Translation:
FromToVia
bewaarder gardienne; gardien custodian — A person entrusted with the custody or care
bewaarder gardien keeper — person who keeps something