Dutch

Detailed Translations for bezorging from Dutch to French

bezorging:

bezorging [de ~ (v)] nomen

  1. de bezorging (geleverde; levering; leverantie; afgifte)
    la livraison; la fourniture; l'envoi; l'approvisionnement; l'expédition; la remise; le ravitaillement; la distribution; la provisions; le stocks; le dépôt; la mission; la réserve; la provision; le stock; la réserves; la survenance; l'arrivage
  2. de bezorging (bestelling; overhandiging)
    la livraison; la distribution
  3. de bezorging (bezorgdienst)
  4. de bezorging (postbezorging; postbestelling)

Translation Matrix for bezorging:

NounRelated TranslationsOther Translations
approvisionnement afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; bevoorrading; inrichten; toevoer; verschaffing; voorraadvorming; voorziening
arrivage afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; toevoer
distribution afgifte; bestelling; bezorging; geleverde; leverantie; levering; overhandiging afgifte; aflevering; afstaan; distributie; distributiekantoor; overdracht; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlegging; uitlevering; uitreiking; uitspreiding; uitstrooiing; verbreiding; verdeling; verspreiding; verstrekking
distribution du courrier bezorging; postbestelling; postbezorging
dépôt afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aandeel; afgifte; aflevering; afstaan; afzetting; arsenaal; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bewaarplaats; bewaring; bezinksel; bijdrage; deposito; depot; dik; drab; droesem; geldzending; grondsop; in bewaring geven; inbreng; indiening; ligopslagplaats; loods voor vervoermiddelen; magazijn; moer; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; pakhuis; presentatie; provisiekamer; provisiekast; remise; toevertrouwen; tuighuis; uitlevering; voorraadkamer; voorraadplaats; voorraadschuur; wapenkamer; warenhuis; zadelkamer; zetsel
envoi afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aflevering; afzenden; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; inzending; leverantie; levering; mededeling; melding; opgave; posten; relaas; tijding; toezending; uitlevering; uitspraak; vermelding; versturen; verwittiging; verzenden; verzending; wegsturen; zending
expédition afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aflevering; afzenden; expeditie; het zenden; leverantie; levering; mars; posten; reis; rit; speurtocht; tocht; toer; trektocht; uitlevering; verkenningstocht; versturen; verzenden; verzending; wegsturen; zending; zoektocht
fourniture afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; toevoer
livraison afgifte; bestelling; bezorging; geleverde; leverantie; levering; overhandiging aanvoer; afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; afstaan; leverantie; leveren; levering; overdracht; toevoer; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlevering; uitreiking; verstrekking; zending
livraison par poste bezorging; postbestelling; postbezorging afzenden; gebrachte brieven; post; posten; versturen; verzenden; wegsturen
mission afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanwijzing; aflevering; arbeid; bevel; bevelschrift; commando; consigne; dwangbevel; instructie; job; karwei; leverantie; levering; missie; opdracht; order; roeping; taak; uitlevering; voorschrift; zending; zending met speciale opdracht
provision afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; commissie; makelaarsprovisie; provisie; toevoer
provisions afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; leeftocht; levensmiddelen; toevoer
ravitaillement afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; bevoorrading; toevoer; voedselvoorziening
remise afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanbieding; afgifte; aflevering; afstaan; aftrek; aftrekking; barak; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bouwkeet; deductie; depot; hangaar; hok; hokje; hut; hutje; indiening; inlevering; keet; koetshuis; korting; leverantie; levering; loods; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; overlegging; pakhuis; presentatie; prijsverlaging; provisiekast; reductie; schuur; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlevering; uitreiking; vermindering; verstrekking; voorraadschuur; warenhuis; zending
réserve afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering bedeesdheid; bergplaats; depot; gematigdheid; gereserveerdheid; geslotenheid; ingetogenheid; magazijn; matigheid; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; reservaat; schroom; schuwheid; stemmigheid; terughoudendheid; timiditeit; verlegenheid; voorbehoud; voorraadmagazijn; voorraadschuur; warenhuis; wildpark; zedigheid
réserves afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering reserve; voorraden
service de livraison bezorgdienst; bezorging
stock afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering bergplaats; depot; goederenvoorraad; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; voorraad; voorraadschuur; voorraden; warenhuis
stocks afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering
survenance afgifte; bezorging; geleverde; leverantie; levering aanvoer; toevoer
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
remise korting
OtherRelated TranslationsOther Translations
dépôt bewaarplaats

Related Words for "bezorging":

  • bezorgingen

Wiktionary Translations for bezorging:

bezorging
noun
  1. commerce|nocat=1 Action de livrer de la marchandise qu’on a vendue

External Machine Translations: