Dutch

Detailed Translations for bijen from Dutch to French

bij:

bij adj

  1. bij (erbij; erop)
    à; sur; au-dessus; à côté de; dans; dessus; en; de; y;

bij [de ~] nomen

  1. de bij (honingbij)

Translation Matrix for bij:

NounRelated TranslationsOther Translations
abeille bij; honingbij
abeille domestique bij; honingbij
abeille mellifique bij; honingbij
PrepositionRelated TranslationsOther Translations
à te
OtherRelated TranslationsOther Translations
autour de bij; te; ter; via
aux environs de bij; te; ter; via
d'après bij; te; ter; via
dans les environs de bij; te; ter; via
de van
en van
en passant par bij; te; ter; via
par bij; te; ter; via
pour bij; te; ter; via pro
près de bij; te; ter; via
sur bij; te; ter; via
via bij; te; ter; via
à bij; te; ter; via van
ModifierRelated TranslationsOther Translations
au-dessus bij; erbij; erop boven; bovenop; bovenuit; daarboven; dichtbij; erboven; erbovenuit; in de buurt; nabij; nabijgelegen; over; overheen; vlakbij
autour de ca.; om; omheen; rondom
d'après achter; conform; in overeenkomst met; later dan; na; nadat; overeenkomstig; overeenstemmend; volgens
dans bij; erbij; erop binnen; binnen een tijdsspanne; in; te
de bij; erbij; erop aan; in; per; te; uit; van de zijde van; vanaf; vanaf deze plaats; weg
dessus bij; erbij; erop boven; bovenop; erboven; over
en bij; erbij; erop aan; daarvan; ergens naartoe; ernaar; ertoe; ervan; hiervan; in; naar; te
bij; erbij; erop aldaar; daar; daarginds; daarheen; die kant uit; ginder; ginds
par door; door middel van; in; middels; om; te; vanwege; wegens
pour bedoeld als; behoeve; bij wijze van; om zo te zeggen; ten gunste van; voor
près de bij de; dichtbij; in de buurt; nabij; nabije; nabijgelegen; vlakbij
sur bij; erbij; erop aan; rins; wrang; zurig; zuur; zuur smakend
y bij; erbij; erop aldaar; daar; daaraan; daarbinnen; daarin; daarnaar; erin; ernaar; ernaartoe; ertoe
à bij; erbij; erop aan; daaraan; ergens naartoe; in; naar; naar toe; te; toe; à
à côté de bij; erbij; erop daarnaast; daarnevens; ernaast; langs; langszij; naast; opzij; opzij van

Related Words for "bij":

  • bijen

Related Definitions for "bij":

  1. bij kennis, wakker1
    • na de operatie was hij al snel weer bij1
  2. in de buurt van1
    • zet je schoenen maar bij de kachel1
  3. insekt dat honing maakt en kan steken1
    • de bijen zwermden om de korf1
  4. net zover als de anderen1
    • ik ben nog niet bij met m'n huiswerk1
  5. om aan te geven dat je er was1
    • ik was ook bij het feest1
  6. om aan te geven dat je iets toevoegt1
    • mag ik er nog wat suiker bij?1
  7. slim, met een vlug verstand1
    • Iris is goed bij1

Wiktionary Translations for bij:

bij
noun
  1. Apis mellifica, een benaming voor diverse insecten, in het bijzonder de honingbij
bij
noun
  1. Insecte à miel
  2. Insecte hyménoptère
  3. zoologie|nocat=1 insecte social butineur (Apis mellifera de la famille des Apidés) exploité par l’homme notamment pour son miel et sa cire.
  4. (term, surtout au pluriel) suite de mots rythmer selon la quantité, l’accentuation, le nombre des syllabes ou le retour de la rime.
  1. -
  2. Traductions à trier suivant le sens
adjective
  1. Correspondant à l’état actuel du savoir, du progrès, aux derniers développements, etc.

Cross Translation:
FromToVia
bij environs about — in the immediate neighborhood of
bij en; à at — in or very near a particular place
bij abeille bee — insect
bij abeille à miel; abeille honey bee — bee
bij près near — having a small intervening distance with regard to something
bij sur on — touching; hanging from
bij avec with — in the company of
bij avec with — in support of
bij abeille; abeille à miel; abeille domestique; mouche à miel Biene — behaartes, fliegendes Insekt aus der Ordnung der Hautflügler;
bij auprès de; près de; chez beiräumlich: in unmittelbarer Nähe