Interglot - "bijstand" translated from Dutch to French

Remove Ads

Summary

Dutch to French: more detail...

bijstand:
- assistance; aide; secours; soutien; coup de main; aide sociale; aide familiale; service; Assistance Sociale; allocation de l'Aide sociale; support; appui; Assistance sociale
Wiktionary:
- bijstand → aide, assistance
- bijstand → aide, secours, soutien

Dutch

Detailed Translations for bijstand from Dutch to French

bijstand:

bijstand [de ~ (m)] nomen

de bijstand (hulpbetoon; hulpverlening; hulp; assistentie; handreiking)
l'assistance; l'aide; le secours; le soutien; le coup de main; l'aide sociale; l'aide familiale
- assistance [la ~] nomen
- aide [la ~] nomen
- secours [le ~] nomen
- soutien [le ~] nomen
- coup de main [le ~] nomen
- aide sociale [la ~] nomen
- aide familiale [la ~] nomen
de bijstand (ondersteuning)
l'assistance; le service
- assistance [la ~] nomen
- service [le ~] nomen
de bijstand (bijstandsregeling)
l'Assistance Sociale; l'aide sociale; l'aide familiale
- Assistance Sociale [la ~] nomen
- aide sociale [la ~] nomen
- aide familiale [la ~] nomen
de bijstand (bijstandsuitkering)
l'allocation de l'Aide sociale
- allocation de l'Aide sociale [la ~] nomen
de bijstand (hulp; ondersteuning; steun)
l'aide; le support; le secours; le soutien; l'appui
- aide [la ~] nomen
- support [le ~] nomen
- secours [le ~] nomen
- soutien [le ~] nomen
- appui [le ~] nomen
de bijstand (maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; hulp; steun)
l'Assistance sociale
- Assistance sociale [la ~] nomen

Translation Matrix for bijstand:

Noun	Related Translations	Other Translations
Assistance Sociale	bijstand; bijstandsregeling
Assistance sociale	bijstand; hulp; maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; steun	sociale bijstand
aide	assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun	aanknopingspunt; aanwijzing; assistent; assistentie; dienstbetoon; dienstverlening; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulppersoneel; hulpvaardige; hulpverlening; knecht; maatschappelijk werk; medewerking; onderhoudsdienst; ondersteuning; secondant; service; steun; steunpilaar; support; toeverlaat
aide familiale	assistentie; bijstand; bijstandsregeling; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening	gezinsbijstand; gezinshulp; gezinsverzorging; gezinsverzorgster; gezinszorg
aide sociale	assistentie; bijstand; bijstandsregeling; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening	gezinsbijstand; gezinshulp; gezinsverzorging; gezinszorg; sociale bijstand; steun; steunpilaar; steunuitkering; toeverlaat
allocation de l'Aide sociale	bijstand; bijstandsuitkering
appui	bijstand; hulp; ondersteuning; steun	aanknopingspunt; aanwijzing; assistentie; medewerking; steun; steunpilaar; steuntje; stut; toeverlaat; vensterbank
assistance	assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning	aantal gekomen personen; aanwezigen; assistentie; begeleiding; dienstbetoon; dienstverlening; escorte; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; onderhoudsdienst; opkomst; service; serviceverlening; vergezellen; verzorging; zorg
coup de main	assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening	handslag
secours	assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun	aanknopingspunt; aanwijzing; assistentie; geruststelling; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; onderhoudsdienst; opluchting; service; verademing; verlossing; zaligheid
service	bijstand; ondersteuning	bediening; bedieningsgeld; besturing; botteling; dienst; diensten; dienstplicht; employees; opdienen; politiedienst; serveren; service; serviceverlening; tafelbediening; uitserveren; werknemers
soutien	assistentie; bijstand; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; ondersteuning; steun	aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; houvast; medewerking; onderhoudsdienst; ondersteuning; opwekking; schoor; schraag; service; steun; steunpilaar; stimulans; support; toeverlaat
support	bijstand; hulp; ondersteuning; steun	aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; chassis; medewerking; onderstel; ondersteuning; onderstuk; opwekking; poot; schoor; schraag; staander; steun; steunblad; steuntje; stimulans; stut; support; voet
Not Specified	Related Translations	Other Translations
aide		help; online-Help

Related Definitions for "bijstand":

hulp van de overheid¹
- hij leeft van de bijstand¹

Wiktionary Translations for bijstand:

bijstand

noun

action d’apporter son soutien physiquement, verbalement, financièrement ou de tout autre manière.
- aide → assistentie; bijstand; heul; hulp; toedoen; toeverlaat
présence. — note Il est surtout usité en parlant de la présence d’un officier public ou d’un ecclésiastique dans quelqu’une des fonctions de leur ministère.
- assistance → bijstand

Cross Translation:

From	To	Via
• bijstand	→ aide	↔ aid — help; succor; assistance; relief
• bijstand	→ secours	↔ succor — Aid, assistance or relief from distress
• bijstand	→ soutien	↔ support — financial or other help

External Machine Translations:

Related Translations for bijstand

sociale bijstand

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate bijstand from Dutch to French

Detailed Translations for bijstand from Dutch to French

bijstand:

bijstand [de ~ (m)] nomen

de bijstand (hulpbetoon; hulpverlening; hulp; assistentie; handreiking)

de bijstand (ondersteuning)

de bijstand (bijstandsregeling)

de bijstand (bijstandsuitkering)

de bijstand (hulp; ondersteuning; steun)

de bijstand (maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; hulp; steun)

Translation Matrix for bijstand:

Related Definitions for "bijstand":

Wiktionary Translations for bijstand:

Related Translations for bijstand